Opinie

Maria: icoon van genade of knieval voor beeldcultuur?

De hang naar concreetheid via kunst of naar een moederlijke gestalte zoals een icoon van Maria zou ons uiterst voorzichtig moeten maken. Die hang moet in gelovig kruisdragen worden afgelegd.

Kees van der Ziel
2 July 2021 16:24
„Wie, te midden van tegenstand, in geloof op Hem blijft hopen, wordt zalig gesproken.” Foto: Mariakerk te Krewerd. beeld reliwiki.nl
„Wie, te midden van tegenstand, in geloof op Hem blijft hopen, wordt zalig gesproken.” Foto: Mariakerk te Krewerd. beeld reliwiki.nl

De titel van prof. Huijgens boek stelt Maria voor als een ”icoon van genade”. Bij nader inzien lijkt mij dat een verkeerde voorstelling, die misleidend kan werken. De levende en verheerlijkte Christus wordt zelf het beeld, de icoon van God genoemd (zie 2 Korinthe 4:4 en Kolossenzen 1:15).

De Hebreeënbrief borduurt erop voort. We horen daar dat Christus de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen is, Die alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht (Hebreeën 1:1,2). Deze typering van Christus wordt hier nadrukkelijk omkaderd door Gods spreken. Christus, de Erfgenaam van alle dingen, is het laatste en definitieve Woord van God, door Wie God zich laat kennen: Het Woord, Gods spreken, krijgt hier als openbaringsmiddel alle nadruk.

Beeldcultuur

Hoe komt een christelijk gereformeerd theoloog ertoe om Maria als de moeder van alle gelovigen voor te stellen? Is de theoloog Turretinus hier een goede raadgever? Door welke bril leest prof. Huijgen de evangeliën?

Aspecten van Mariadevotie zouden volgens de hoogleraar de protestantse traditie kunnen verrijken. Nadat is toegegeven dat er „kwalijke kanten” aan zitten, onderbouwt hij deze verwachting met een verwijzing naar Zuid-Amerika. Veel armen zouden daar toevlucht en troost bij Maria vinden. Hij zoekt daarin naar waarheidsmomenten en een vorm van concreetheid die in het protestantisme zou ontbreken. Dat is maar de vraag. Wij kennen God zelf immers als de God van alle vertroosting in Christus (2 Korinthe 1:3)? Wie, te midden van veel tegenstand, in geloof op Hem blijven hopen, worden zaliggesproken. Zij ervaren dan ook vaak Gods concrete hulp. Denk aan de vervolgde kerk.

De hang naar concreetheid via kunst of naar een moederlijke gestalte zou ons juist uiterst voorzichtig moeten maken. Die hang moet in gelovig kruisdragen worden afgelegd. Het gouden kalf in de woestijn was immers een zucht naar concrete voorstelbaarheid. Mensen die gevangen zijn in een beeld- belevingscultuur bereik je met het Evangelie niet door mooie muziek op zich of een verwijzing naar een bronzen Mariabeeld.

Prof. Huijgen nodigt uit om je blik te laten vangen door afbeelding van Maria, als hulp om te overwegen hoe groot Gods genade is. Je kijkt dan niet alleen naar de icoon, maar je kijkt er „door heen, als door een venster”. Dit bracht hem tot het inzicht dat ze kunnen ze helpen „als ze maar bedoeld zijn om God te eren”. De verwijzing naar goede bedoelingen zegt echter op zichzelf niets. De focus op het zichtbare moet de alarmbellen doen rinkelen.

Voorbeeldig

Kan Maria gezien worden als een ”icoon van genade”? Haar ontvankelijkheid voor Gods genade bij de aankondiging kan zeker voorbeeldig genoemd worden. Maar wat gebeurt er als je dat in een icoon gaat fixeren? Maria krijgt dan algauw het imago van ”helpster”, ”voorspraak” of zelfs ”bron” van allerlei genade. We kennen Jezus’ reactie op haar poging tot voorspraak in Kana: „Vrouw, wat heb Ik met u te doen?” (Johannes 2:4). Jezus lijkt te zeggen: Ik heb uw bemiddeling niet nodig.

Wat is in een zich opdringende beeldcultuur dan wel het ene nodige? Zitten aan de voeten van Jezus, in de geest van 2 Timotheüs 2. Dat geeft ontmaskering, als vrucht van volhardend luisteren en profetisch naspreken van de levende woorden die God laat klinken.

De auteur is missioloog en Bijbelvertaler.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer