Instituut slavernijverleden denkt dat landelijke excuses volgen
De erkenning van Amsterdam voor het slavernijverleden zijn een opmaat tot landelijke excuses, denkt voorzitter Linda Nooitmeer van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). „Het zit er gewoon aan te komen”, zei ze na afloop van de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij.
In 2023 is het 150 jaar geleden dat de slavernij daadwerkelijk werd afgeschaft. Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren zei in haar speech bij de nationale herdenking dat dit groots en waardig zal worden herdacht. Nooitmeer denkt dat dan ook de langverwachte nationale excuses komen.
Met de woorden van burgemeester Femke Halsema van Amsterdam is ze voorlopig heel blij. „Het is gek, je verwacht iets, je wilt het ook en als het eenmaal wordt uitgesproken denk je: yes, het is er doorheen.” De voorzitter noemt de excuses „een erkenning voor de nazaten die hier wonen”.
NiNsee is een kenniscentrum dat zich bezighoudt met de geschiedenis van het trans-Atlantische slavernijverleden en het koloniale verleden. Het is ook de organisatie achter de jaarlijkse herdenkingsactiviteiten.
In haar speech tijdens de herdenking pleitte ze voor een samenleving „die waarlijk vrij kan zijn”. „Alleen als we aandachtig naar elkaar luisteren, kunnen we tot een nieuw perspectief komen op ons gezamenlijke verleden. Een nieuw narratief, waarin werkelijk plaats is voor iedereen en waarmee we sámen verder bouwen aan een gelijkwaardige samenleving.” Dat is volgens Nooitmeer een „grote opgave voor ons allemaal”. „Maar het is het waard. En het moet. Het moet oprecht. Het moet waardig. Het moet overtuigd waar nodig en kwetsbaar waar dat kan.”