De man was in 2009 eigenaar van een boerderij met zo’n duizend geiten, tevens zorgboerderij. Op 19 maart van dat jaar zou hij volgens het OM een klas met kinderen hebben toegelaten in zijn bedrijf terwijl op zijn boerderij Q-koorts heerste. Een van deze bezoekers was een toen 16-jarige verstandelijk gehandicapte jongen. Hij overleed in 2013. Zijn moeder ziet een verband tussen dat bezoek en zijn dood.

Volgens de oorspronkelijke tenlastelegging zou de jongen in de boerderij van Ron G. Q-koorts hebben opgelopen en daaraan zijn overleden. Maar het OM liet dinsdag weten toch geen verband te zien en vroeg daarom om vrijspraak. De jongen zou volgens medisch deskundigen aan de gevolgen van epilepsie zijn overleden, niet door Q-koorts.

De zaak heeft een lange voorgeschiedenis. Aanvankelijk besloot het OM de boer niet te vervolgen. De moeder van de overleden jongen spande tegen deze beslissing met succes een artikel-12-procedure aan. Het Hof besliste in deze procedure in 2019 dat de zaak alsnog voor de rechter moest worden gebracht. Het Hof zag voldoende aanwijzingen dat de boer anders had moeten handelen.

Maar volgens het OM liep de jongen tijdens zijn bezoek weliswaar Q-koorts op, maar is er geen causaal verband tussen deze ziekte en zijn overlijden in 2013.

Bovendien ontkent de boer geweten te hebben dat tijdens het bezoek van de kinderen de ziekte heerste in de geitenstal. Hij wees erop dat zijn bedrijf pas op 25 maart officieel besmet werd verklaard, vijf dagen na het bezoek van de kinderen en hun begeleiders.

De moeder van de overleden jongen zei in haar verklaring voor de rechtbank dat haar zoon wel aan Q-koorts is overleden. Zij deed indertijd aangifte tegen G. Hij zou de jongen in een gevaarlijke situatie hebben gebracht die hij had moeten voorkomen, aldus de moeder. Zij zei niet te begrijpen dat het OM vrijspraak eiste.

Uitspraak op 13 juli.