FNV en Uber volharden in hun gelijk over rechten chauffeurs
In een door vakbond FNV aangespannen rechtszaak tegen taxi-app Uber over de rechten van chauffeurs staan de twee partijen lijnrecht tegenover elkaar. FNV vindt dat de mensen die voor het taxibedrijf werken in loondienst moeten, Uber vindt dat de chauffeurs zelfstandig moeten blijven. De rechter doet op 30 augustus uitspraak.
Volgens FNV wijzen verschillende functies van de app die Uber gebruikt om chauffeurs in contact te brengen met klanten op een werknemersrelatie. Zo zouden chauffeurs geen vrije kledingkeuze hebben, komen zij met ‘goed gedrag’ in aanmerking voor een loyaliteitsprogramma en mogen zij volgens FNV niet meer dan 20 procent van de aangeboden ritten weigeren. „Als chauffeurs zich niet aan de Uber-regels houden, worden zij uit de app gegooid”, aldus een advocaat.
De vakbond vindt dit niet duiden op een zelfstandige werkwijze voor de chauffeurs, waar nu sprake van is. FNV spreekt van schijnzelfstandigen en eist dat Uber de chauffeurs in dienst neemt. De rechter zou een „afschrikkende” dwangsom op moeten leggen zolang dat niet gebeurt.
Uber wijst alle beschuldigingen van de hand. Het bedrijf zou chauffeurs niet sturen of controleren, alleen als er sprake is van klachten van passagiers. Ook zegt Uber dat de chauffeurs „tevreden zelfstandigen” zijn, verwijzend naar het feit dat zij met eigen auto’s rijden en een inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KVK) hebben.
De rechter oordeelde in 2019 dat bezorgers van maaltijdbezorgingsbedrijf Deliveroo recht hebben op een arbeidsovereenkomst en niet als zelfstandige ondernemer mogen werken. Volgens Uber is die zaak niet vergelijkbaar, onder meer omdat bezorgers van Deliveroo geen KVK-inschrijving hadden en niet beschikten over meerdere opdrachtgevers.