Den Haag wil slavernijverleden van de stad laten onderzoeken
Den Haag wil historici onderzoek laten doen naar het slavernijverleden van de stad, meldt Trouw. „Formeel is de opdracht nog niet binnen, maar het klopt: wij gaan de historische banden van Den Haag met slavernij onderzoeken”, zegt Gert Oostindie, directeur van het Leidse geschiedkundige onderzoeksinstituut KITLV. De studie moet volgend jaar worden afgerond en kijkt ook naar het koloniale verleden van de stad.
Eerder lieten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hun slavernijverleden al onder de loep nemen. Bovendien schreven verantwoordelijke wethouders van de vier grote steden vorige week een ‘lobbybrief’ waarin zij de volgende regering oproepen opdracht te geven voor een nationaal onderzoek naar het slavernijverleden.
Volgens Oostindie raakt het verleden van Den Haag al gauw aan de nationale geschiedenis. „Hier waren de Staten-Generaal gevestigd, en het ministerie van koloniën. Den Haag was de residentie van stadhouders en koningen.”
In de ‘lobbybrief’ pleitten de wethouders er ook voor om „jaarlijks landelijk aandacht te schenken aan het Nederlands slavernijverleden.” Zo wordt het herdenken van slachtoffers en het vieren van de afschaffing van de slavernij genoemd. Een petitie van radiozender FunX voor de invoering van een nationale vrije dag op 1 juli, tijdens Keti Koti, stond vrijdag op ruim 18.000 ondertekeningen.
De Tweede Kamerfractie van de VVD is geen voorstander van de extra vrije dag. „Een nationale dag waarop mensen naar keuze kunnen herdenken kan wel een optie zijn”, aldus een woordvoerder in Trouw. „Vooralsnog hebben we in 2023 een landelijke herdenking voorzien, rondom 150 jaar afschaffing van de slavernij.”