Trots op vader die op missie is: „Hij zorgt voor de vrede en rust”
Eerst was de dochter van sergeant-majoor Korf vooral bezorgd: zou haar vader in Afghanistan iets overkomen? Later was ze trots: „Hij zorgt voor de vrede en rust van andere mensen.”
Vader en dochter zaten zaterdag pal naast elkaar tijdens de 17e Nederlandse Veteranendag. Ze keken naar de video van hun gesprek-op-afstand, tijdens Korfs militaire missie. Ze zagen ook de blijde beelden van zijn thuiskomst.
Híj kwam thuis, makkers kwamen om. Het waren er 25, zegt defensieminister Bijleveld in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
„Het is de tweede Veteranendag in coronatijd”, zegt premier Rutte. En dat betekent: geen parade, geen publiek. Tijdens de bijeenkomst zijn alleen degenen aanwezig die hun verhaal via een video vertellen. Zoals Kees Brokke, die op de Grote Beer naar Indië voer. „Vrede en orde opbouwen en handhaven”, dat was het doel. Reeds in de eerste week, toen de wapens nog niet waren gearriveerd, kwamen er makkers om.
Brokke voorzag de bevolking van drinkwater. Hij voorkwam een bomaanslag op een trein. Later was er kritiek op de inzet in Indië, maar Brokke blikt positief terug: „Wat ik gedaan heb, is goed geweest.”
Daar in Indië was KNIL-militair W. Hallatu in 1944 gesneuveld in de strijd tegen de Japanners. En daarom meldde zijn achterkleindochter Latoya zich voor het leger. Ze ging naar Afghanistan. En naar Mali. Onder het eerbetoon op deze dag is ze tot tranen toe geroerd.
Premier Rutte spreekt over Paul Moerman, opnieuw –ten onrechte– de oudste veteraan uit de Tweede Wereldoorlog genoemd. Hij was net 104 toen hij in december overleed. Moerman diende op Ypenburg, in 1940.
Ook de ervaringen van Peter Bercx worden verwoord. Viermaal ging hij op missie, in 23 jaar tijd. Hij vertelt over ‘hagel’ tegen zijn legervoertuig. Het waren kogels. Het gevaar kwam dichtbij; Bercx hield er zware psychische klachten aan over.
Zo zijn er veel verhalen, want Nederland telt meer dan honderdduizend veteranen. Alleen al missie Afghanistan –vrijdag afgerond– telde er dertigduizend. „Zij zetten zich in voor anderen, vechtend voor een veilige wereld”, zegt Bijleveld. Voor de veteranen zelf werd de ervaring onvergetelijk. „Gelukkig bestaat ons bedrijf uit kameraadschap.”