Verdenking van misbruik in crèche raakt Spakenburgse kerk „heel diep”
Kinderen die in de crèche van een kerk in Spakenburg zijn misbruikt. Dat schokkende bericht kwam deze week naar buiten. „Het onderstreept dat je als kerk op dit terrein niet zorgvuldig genoeg kunt zijn.”
Een 34-jarige man uit Bunschoten wordt verdacht van seksueel misbruik van zeven kinderen onder de 12 jaar, meldde het openbaar ministerie (OM) maandag. In drie gevallen zou het misbruik in het najaar van 2020 hebben plaatsgevonden tijdens de crèche in de vrijgemaakt gereformeerde Maranathakerk te Spakenburg-Zuid. De man werd eind vorig jaar aangehouden op verdenking van misbruik in de privésfeer. Die verdenking is recent uitgebreid.
„Dit raakt ons heel diep”, zegt voorzitter Johan Schelling van de kerkenraad van de Maranathakerk. „Al onze gedachten en gebeden gaan uit naar de slachtoffers.” Inhoudelijk wil hij „in het belang van de slachtoffers en het onderzoek” niet op de kwestie ingaan. „We beperken ons tot de informatie die het OM naar buiten heeft gebracht.”
De afgelopen jaren heeft de kerkelijke gemeente meer dan eens aandacht gevraagd voor veilig jeugdwerk. Een gedragscode op de website van de Maranathakerk vermeldt onder meer „dat seksuele handelingen en contacten tussen (jong)volwassen medewerkers en kinderen, die bij ons komen, absoluut ontoelaatbaar zijn.” Door ondertekening ervan verklaren „alle ambtsdragers en andere (vrijwillige) medewerkers” dat zij zich aan de gedragscode zullen houden. Of de verdachte deze gedragscode ook heeft ondertekend, kan Schelling niet zeggen.
„We zijn aangesloten bij het Meldpunt Misbruik en hebben in 2015 de richtlijnen van dit meldpunt geïmplementeerd. Dat betekent dat we vertrouwenspersonen hebben aangesteld, het onderwerp bespreekbaar maken en er met enige regelmaat aandacht voor hebben.”
Grote klap
Ineke van Dongen is preventiemedewerker bij het Meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties. Hierbij zijn de Christelijke Gereformeerde Kerken, Nederlands Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Hersteld Hervormde Kerk en voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland aangesloten.
„Wat er in Spakenburg speelt, is dramatisch voor alle betrokkenen. Het is een grote klap voor de jonge kinderen die het betreft, hun gezinnen en de hele gemeente”, zegt Van Dongen. „Het is bovendien een trieste constatering dat een goed preventiebeleid en gedragscodes niet waterdicht zijn. Deze situatie onderstreept dat je hierin als kerk niet zorgvuldig genoeg kunt zijn.”
Van Dongen zegt dat ze „de droom dat misbruik in de kerk niet voorkomt nog weleens moet doorprikken. Kinderen moeten in de kerk minstens zo goed worden beschermd als thuis, op school en de sportclub. We moeten ophouden met wegkijken en het bagatelliseren van een goed aanstellingsbeleid voor vrijwilligers.”
Het is belangrijk daar juist nu, bij de versoepeling van de coronaregels, aandacht voor te vragen, zegt Van Dongen. „Kerken gaan weer steeds meer open. Er wordt gemakkelijk geroepen: „Wie wil er zondag oppassen in de crèche?” De leiding is al snel blij met iedereen die zich meldt. Maar niet iedereen is hiervoor geschikt. Als een gemeentelid niet kan orgelspelen, laten we hem de dienst op zondag niet begeleiden. Ook in het jeugdwerk is een goed aanstellingsbeleid noodzakelijk.”
De vraag is hoe een kerk de geschiktheid van vrijwilligers kan beoordelen. „Alleen al het gesprek hierover aangaan, helpt om mensen die mogelijk verkeerde bedoelingen hebben te frustreren. En het maakt andere oppassers alerter. Een gedragscode, omgangsregels, een Verklaring Omtrent Gedrag: het kan allemaal helpen om de veiligheid te vergroten. We moeten niet nonchalant zijn.”
Het aanstellingsbeleid is een van de aandachtspunten op de pagina ”veilige crèche” die het meldpunt vrijdag op zijn website heeft geplaatst. Deze biedt zeven tips om van de kerkcrèche „een veilige omgeving te maken.”
Training
Jenne Minnema houdt zich als jeugdwerkadviseur bij de Christelijke Gereformeerde Jeugdwerk Organisatie (CGJO) onder meer bezig met misbruikpreventie. De CGJO heeft een stappenplan veilig jeugdwerk, gericht op de leeftijd van 0 tot 25 jaar, en biedt sinds 2014 de training veilig jeugdwerk aan. „Door corona lag dit het afgelopen jaar stil, maar voor die tijd gaven we deze training van één dagdeel geregeld, niet alleen in de Christelijke Gereformeerde Kerken maar ook in bijvoorbeeld gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland en baptistengemeenten.”
Minnema merkt dat kerken het vaak prettig vinden het „gevoelige onderwerp” met iemand van buiten de gemeente te bespreken. Aan de hand van onder meer situatieschetsen probeert hij bewustwording te stimuleren. „Kun je als jeugdwerker een arm om een kind heen slaan? De één vindt dat dit kan, de ander niet. Een belangrijke doelstelling van de training is over dit soort casussen met elkaar in gesprek te gaan. We willen daarmee ook stimuleren dat mensen niet schromen het bespreekbaar te maken als ze in het jeugdwerk iets signaleren wat vragen bij hen oproept.”
Ook preventiebeleid, een klachtenregeling en het creëren van een fysiek veilige omgeving komen aan de orde. „We stimuleren gemeenten kritisch naar hun gebouw te kijken. Bijvoorbeeld: zorg dat in elke deur een ruit zit en dat de hele zaal vanuit de gang te zien is. Dat bevordert de veiligheid. Het is belangrijk om na te gaan of er geen ruimtes zijn waar mensen dingen kunnen doen buiten ieders blikveld.”
Positieve sfeer
De jeugdwerkadviseur wil het thema veiligheid niet alleen vanuit mogelijke risico’s benaderen, maar een positieve insteek kiezen. „Denk met elkaar na over een positieve sfeer in het jeugdwerk, bijvoorbeeld door samen met kinderen of jongeren gedragsregels op te stellen waaraan je je met elkaar wilt houden. God heeft het goede met ons voor en als christenen hebben we toch ook het goede met elkaar voor? Dat betekent ook dat kinderen veilig moeten zijn in de kerk. Het is belangrijk daarover het gesprek te blijven voeren. Kinderen zijn kostbaar, we moeten heel zuinig op hen zijn.”