De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) rondt de cijfers per categorie af, omdat „de exacte cijfers zicht kunnen geven op onze informatiepositie”. Om diezelfde reden kan een woordvoerster niet zeggen of de teruggekeerden bij de AIVD in beeld zijn en wie zij zijn. De meesten van hen zijn al in 2013 en 2014 teruggekeerd. Jihadistische dreiging voor Nederland komt onder meer van deze mensen, maar vooral van hen die nu terug willen komen. „Dat zijn mensen die tot het laatst gebleven zijn. Die zijn het meest trouw aan IS en dus vormen zij in die zin een groot risico als ze terugkeren”, aldus de woordvoerster.

De veiligheidsdienst schat dat 5 procent van alle 220 kinderen met Nederlandse link die op dit moment in Syrië en Turkije zijn, mogelijk training heeft ontvangen van de radicaal Islamitische terreurbeweging IS. Driekwart van deze kinderen met Nederlandse nationaliteit of Nederlandse ouder(s) is in het strijdgebied geboren, wat betekent dat meer dan de helft jonger is dan 4 jaar. Het grootste deel is nu met moeder in een Syrisch-Koerdisch kamp, weet de AIVD.

Van alle uitreizigers hebben de meesten zich aangesloten bij IS, een klein deel ging naar de provincie Idlib en sloot zich aan bij andere jihadistische groeperingen. Een derde van het totaal is vrouw. In Syrië zitten nu nog ongeveer 110 volwassen Nederlanders, verspreid over Syrisch-Koerdische kampen of in detentie (45), bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië (30) of elders (35). Zo’n 25 zijn in Turkije en circa 5 zitten in Irak of ergens anders. De rest, rond de 105 mensen, zijn gesneuveld in de strijd.