Londen en Moskou ruziën verder over Zwarte Zee-incident
Het Verenigd Koninkrijk en Rusland ruziën een dag later nog steeds publiekelijk verder over een vermeend incident met een Britse torpedobootjager op de Zwarte Zee. De Britse premier Boris Johnson verdedigde de route van het schip, terwijl de Russen het VK beschuldigen van „onaanvaardbare provocatie” en leugens.
Rusland verklaarde woensdag de torpedobootjager Defender te hebben verjaagd bij de kust van de Krim, het schiereiland dat in 2014 door Rusland werd ingelijfd. De Britten erkenen de annexatie niet. „Dit zijn Oekraïense wateren”, herhaalde Johnson, die stelt dat er geen wetten zijn overtreden. „Het was volkomen juist om ze te gebruiken om van A naar B te gaan.”
Rusland claimt ook dat een patrouilleschip waarschuwingsschoten had gelost en een aanvalsvliegtuig vier bommen had gelost, maar dat weerspreken de Britten. Volgens de regering in Londen was Rusland bezig met een schietoefening en waren schepen in het gebied van tevoren op de hoogte gesteld. De Britse buitenlandminister Dominic Raab noemt de Russische versie van het verhaal „voorspelbaar onnauwkeurig”.
De Russen menen dat wordt gelogen over het vermeende incident en hebben de Britse ambassadeur in Moskou ontboden. Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov waarschuwde dat niets wordt uitgesloten bij het verdedigen van de Russische grenzen als er herhaaldelijk ’onaanvaardbare provocaties” plaatsvinden.
Het incident op de Zwarte Zee heeft de relatie tussen Londen en Moskou verder onder druk gezet, maar volgens Johnson is er geen sprake van een historisch dieptepunt. De premier zegt zich te herinneren dat de betrekkingen op momenten in zijn eigen leven veel slechter waren.