Woonboulevard Veenendaal: Zondagopenstelling hoeft niet
Van de twintig ondernemers op de Woonboulevard in Veenendaal hebben er elf geen behoefte aan openstelling op zondag.
Dat blijkt uit onderzoek van de gemeente. Voor drie ondernemers zijn persoonlijke redenen, waaronder geloofsovertuiging, het voornaamste motief om hun winkel niet te openen. Anderen noemen sociale redenen (drie) en het niet beschikbaar zijn van personeel (drie). Twee winkeliers achten op zondag opengaan economisch niet rendabel.
Ook de ondernemers die wel op zondag open willen, hebben diverse motieven. Drie van de negen menen dat klanten anders in andere gemeenten gaan winkelen. Twee winkeliers hebben economische redenen en twee sluiten aan bij het landelijke beleid van hun organisatie. Voor één winkelier spelen al deze antwoordopties mee.
In mei verwierp de gemeenteraad een voorstel van D66, Lokaal Veenendaal, de PvdA en GroenLinks voor een tijdelijke ontheffing voor de Woonboulevard van de winkeltijdenverordening voor zon- en feestdagen. De vastgoedeigenaar van de Woonboulevard had voor ten minste een jaar om tijdelijke zondagopenstelling verzocht omdat de winkels wegens corona „enorme omzetverliezen” lijden.
Tegen
De collegepartijen VVD en ProVeenendaal hebben op zich geen moeite met de ontheffing, maar stemden tegen omdat ze een evaluatie van de koopzondag willen afwachten. Bij de vorming van het college in 2018 is de bindende afspraak gemaakt dat er geen voorstellen voor wijziging van de koopzondag worden gesteund zolang die evaluatie niet is afgerond.
In het centrum van Veenendaal zijn maximaal twaalf koopzondagen per jaar toegestaan. Supermarkten en bouwmarkten buiten het centrum mogen elke zondagmiddag geopend zijn.
Nooit op zondag
Voor de evaluatie is ook een steekproef onder de inwoners van Veenendaal gehouden. Van de 829 ondervraagden winkelt de helft niet of vrijwel niet op zondag, 22 procent alleen in Veenendaal.
Geloof of principe is voor 49 procent de belangrijkste reden; 34 procent meent dat winkeliers een vaste vrije dag verdienen. Bijna vier op de tien zou de komende jaren meer dan twaalf koopzondagen wensen. Drie op de tien mensen wijst de koopzondag af.