Dinsdag stond de 36-jarige G. met zijn halfbroer Yassine A. (20) op een voorbereidende zitting voor de rechter in Arnhem. Ook A. deed een vergeefse poging al dan niet voorlopig op vrije voeten te komen.

G. zegt dat justitie de verkeerde te pakken heeft en dat hij niet achter de afpersingspraktijken zit. Zijn advocaat Bénédicte Ficq hekelde een undercoveractie van de politie, waarmee bewijs tegen G. en andere verdachten is verzameld. Daarbij werd een medeverdachte naar eigen zeggen in een bestelbusje getrokken door een groepje potige mannen, bedreigd, vastgebonden en onder druk gezet om te verklaren. Volgens justitie is de verdachte vrijwillig in het busje gestapt en kon hij na het beantwoorden van een paar vragen weer gaan.

Het Openbaar Ministerie is het met Ficq eens dat het „zeer ongelukkig” is dat de actie anders dan gebruikelijk niet is opgenomen en dat dus niet gecontroleerd kan worden hoe deze is verlopen. Volgens Ficq moet die vormfout worden afgestraft door de (belastende) verklaring van de betrokken verdachte buiten het bewijs te houden. Volgens het OM gaat dat te ver en kan het manco worden gecompenseerd met onder meer getuigenverhoren van de betrokken undercoveragenten. De rechtbank beslist daar later over.

De zaak rond het fruitbedrijf heeft al veel stof doen opwaaien. Het OM blunderde door een lijst met adressen van oud-medewerkers in het dossier te stoppen. G. kopieerde de lijst in zijn cel, zegt het OM, en wist deze naar buiten te smokkelen. Justitie „betreurt” deze gang van zaken en de angst die hierdoor is veroorzaakt, maar wijst erop dat G. verantwoordelijk is voor het lekken van de lijst.

Woensdag komen de zaken van twee medeverdachten nog bij de rechtbank aan bod.

De volgende inleidende zitting is op 7 september.