„Zou u eens bij mijn buurvrouw langs willen gaan?”
Waarom zou je ouderen moeten bezoeken vanuit de kerk? Wordt er al niet eindeloos veel gedaan voor ouderen? Wat voeg je dan nog toe met je bezoeken? Deze vragen stelde ds. P. L. de Jong, hervormd predikant in Rotterdam-Delfshaven, dinsdag tijdens een studiebijeenkomst over ouderenpastoraat in Nieuwerkerk aan den IJssel, belegd door de commissie ouderenbeleid van het Provinciaal Beraad van Kerken in Zuid-Holland.
„Zou u eens bij mijn buurvrouw langs willen gaan?” vroeg iemand eens aan ds. De Jong na bij hem te hebben aangebeld. „Ik liet de rommel de rommel, en ging op pad. Het bleek een mevrouw van begin zeventig, al vier jaar ziek en nu in het stadium dat haar levenseinde naderde. Ze vroeg zich af of het nog wel goed kwam met God. Ze had belijdenis gedaan toen ze twintig was, maar was door haar huwelijk helemaal van de kerk los geraakt. Ze was niet van God los en worstelde met de vraag hoe ze klaar kwam met haar leven. Ze zocht God, maar vroeg zich af of ze Hem wel kon vinden. „Gelukkig zoekt God ook”, zei ik. Hij is een Herder Die zoekt en Zich laat vinden.”
Voor ds. De Jong is het geen vraag of hij er goed aan deed op bezoek te gaan bij deze oudere die niet van de kerk was. „Mensen zoeken iemand die luistert, die hun iets wil aangeven, iets aanreikt van de kant van God, die uit de Bijbel leest en een gebed doet. Met alleen maar luisteren en niets zeggen, niks van God, schiet je niets op.”
Voor de Delfshavense pastor is het evenmin een vraag of hij ook naar mensen moet die verkeren aan de rand van de kerk of er zelfs overheen zijn gegaan. „Vandaag hoor je misschien bij de kern en morgen bij de rand. Aan de rand zit mogelijk veel kern en in de kern weer veel rand”, zegt hij. „Natuurlijk maakt het wat uit of je iemand bezoekt die in Jezus Christus gelooft of iemand die daar heel weinig mee heeft en religieus maar wat voortsukkelt. Maar voor de motivatie maakt dat niet veel uit. Het zijn allemaal mensen van God. Mogelijks zelfs kinderen van God. Daar kom je pas achter als je ze opzoekt en naar hen luistert. De Heere God heeft een bijzondere aandacht en zorg voor ouderen”, aldus ds. De Jong, die tal van schriftplaatsen aanhaalde.
Een volgend voorbeeld kwam van Anne Pals, agogisch medewerker aan de Christelijke Hogeschool te Ede. „Je komt namens de gemeente ’s avonds een plantje brengen. Na aanhoudend bellen gaat de deur op een spleet open. Je zegt dat je namens de kerk op bezoek komt en een plantje hebt meegenomen. Ze neemt het plantje aan, groet vluchtig en trekt de deur weer dicht. Daar sta je dan. Wat heb je verkeerd gedaan?” Advies van Pals: „Ga niet onaangekondigd en vooral niet ’s avonds.”
Als oorzaken waarom het moeilijk is bij ouderen binnen te komen, noemde Pals dat een negatief wereldbeeld van invloed is op het kijken naar de wereld en de mensen daarin. „Het hulpbehoevend worden geeft dat er weinig vertrouwen meer is in mensen. Dat maakt contact moeilijk en leidt tot vereenzaming, zeker wanneer de partner is weggevallen en kinderen niet meer naar vader of moeder omkijken.” Slechte ervaringen met de kerk kunnen volgens Pals diep ingrijpen en afwerend gedrag voor bezoek in de hand werken.