CGK krijgen nieuwe formulieren
De generale synode 2004 van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), die dinsdag haar derde -en laatste- zittingsweek begon, heeft dinsdagavond besloten deputaten eredienst op te dragen een tweetal (vastgestelde) conceptdoopformulieren en een concepthuwelijksformulier in de vorm van een „proeve” toe te zenden aan de kerkenraden.
Deputaten werd verzocht de kerkenraden te vragen hun reactie te geven op deze formulieren en van deze reacties verslag te doen aan de generale synode 2007. Daarnaast gaf de synode deputaten opdracht om „overeenkomstig het besluit van de generale synode 2001” verder te werken aan het opstellen van nieuwe formulieren. Deze formulieren komen overigens niet in de plaats van de klassieke formulieren, aldus deputatenvoorzitter ds. J. van Amstel tijdens de vorige synodebespreking.
Met name „conceptdoopformulier II”, dat een sterk poëtisch karakter draagt, had tijdens die bespreking nogal wat kritische reacties opgeleverd. De predikanten ds. J. M. J. Kieviet, ds. P. D. J. Buijs en ds. H. Polinder stelden toen voor dit formulier, vanwege het ontbreken van een aantal fundamentele noties, „vooralsnog niet te laten beproeven in de kerken.”
De synodecommissie nam dit voorstel niet over. „Daarbij speelt op de achtergrond ook mee dat het ook ten aanzien van het gebruik van de door de synode goedgekeurde formulieren helaas zo is dat er al geruime tijd allerlei andere formulieren (die nooit ter tafel gelegen hebben van onze generale synode, maar bijvoorbeeld in de NGK of GKV gebruikt worden) in omloop zijn”, aldus de commissie in haar rapport. „Daarmee stuiten we dan opnieuw op het probleem dat al een en andermaal gesignaleerd is: dat hoewel met een ”gemeen akkoord” (…) regelingen zijn aangenomen kerken zich toch de vrijheid veroorloven andere wegen te gaan. Een vertraging van weer drie jaar door nu een concept af te wijzen zal ertoe leiden dat een aantal kerken zich (uit reactie?) verder zal bewegen op een weg waarin die formulieren gebruikt worden die naar het hen goed denkt te gebruiken zijn.”
Ds. J. M. J. Kieviet verklaarde dinsdagavond zich „toch wel een beetje naar geschrokken” te zijn van deze woorden. „Als dit waar is, wat voor kerk zijn wij dan? Ik denk ook dat dit een non-motief is.”
De rapporteur van de commissie, ds. M. J. Kater, wees erop dat (ook) het tweede conceptdoopformulier op een aantal punten zal worden aangepast alvorens het als „proeve” naar de kerkenraden wordt verzonden. Zo zullen in elk geval noties als de doodsstaat van de mens en de noodzaak van de wedergeboorte alsook het feit dat de heilsgeschiedenis „niet begint met de bevrijding uit Egypte” er een plaats in krijgen. Ds. Kater: „We kunnen nu wel zeggen: Dit formulier komt de kerken niet in, maar weet u dan niet dat er al heel wat in omloop ís?”
Ds. Kieviet trok daarop, mede namens de beide andere indieners, zijn voorstel in - op voorwaarde dat de genoemde noties inderdaad in het tweede conceptdoopformulier worden verwerkt.
De synode besloot vervolgens de drie conceptformulieren met inachtneming van alle voorgestelde wijzigingen „als zodanig” vast te stellen. Een voorstel van ds. L. C. Buys voor een compleet nieuw conceptdoopformulier I werd door deputaten meegenomen. Dr. D. Visser sprak van een „voortreffelijk stukje werk, waarin broeder Buys met name naar de evangelischen toe duidelijk maakt wat de bijbelse lijn is als het gaat om de kinderdoop.” Deputatenvoorzitter ds. Van Amstel zegde toe het formulier „nauwgezet” te gaan bestuderen.