G7-landen willen armere landen helpen met infrastructuur
De G7, de groep van zeven rijke industrielanden, steunt een nieuw wereldwijd plan om armere landen te helpen bij het aanleggen van verschillende soorten infrastructuur. Volgens het Witte Huis gaat het om een poging om het zogeheten Belt and Road-initiatief van China uit te dagen, waarmee de Chinezen al sinds 2013 aan invloed winnen in veel ontwikkelingslanden en opkomende economieën.
Het is de bedoeling dat de G7-landen, waaronder de VS, Duitsland, Japan en het Verenigd Koninkrijk, en bondgenoten geld gaan verzamelen en investeerders gaan vinden voor allerlei projecten op het gebied van klimaat, gezondheid, digitale technologie en gendergelijkheid.
Maar wat voor bedragen hiermee precies gemoeid zullen zijn, is nog niet duidelijk. Een bron van persbureau Bloomberg wees erop dat bijvoorbeeld Duitsland ook nog niet echt een groot voorstander is van het initiatief. Dat zou komen omdat er volgens Duitsland al andere soortgelijke initiatieven bestaan. Ook zou Duitsland nog niet over bedragen willen praten.
„Dit gaat niet alleen over de confrontatie met of het opnemen tegen China”, benadrukte een hoge functionaris van de Amerikaanse overheid. „Maar tot nu toe hebben we geen positief alternatief geboden dat onze waarden, onze normen en onze manier van zakendoen weerspiegelt.”
Voor de Verenigde Staten is het beteugelen van China, waarmee het land verschillende conflicten heeft, een belangrijk onderwerp op de G7-top in Cornwall. Zo is ook naar buiten gekomen dat Biden aan de andere G7-landen heeft gevraagd om stelling te nemen tegen dwangarbeid in China. China is zelf geen lid van de invloedrijke landenclub.