„Zolang de gezondheidsvoorzieningen, ambulances, patiënten en het medisch personeel het slachtoffer zijn van gewapende confrontaties en overvallen, kan de zorg niet naar behoren blijven draaien”, meldt de organisatie in een persbericht.

De hulporganisatie zegt in twee dagen tijd 42 patiënten met schotwonden op te hebben gevangen in een spoedcentrum. In een ander ziekenhuis, in de buitenwijk Tabarre, vingen artsen 38 patiënten met schotwonden op. Eind mei werd een medewerker van Artsen zonder Grenzen doodgeschoten.

De Verenigde Naties (VN) spreken van „ongekend geweld”. Volgens de intergouvernementele organisatie zijn inmiddels meer dan vijfduizend mensen op de vlucht geslagen voor het geweld. Een deel van deze vluchtelingen kan voor onderdak naar familie of vrienden. Toch moeten veel mensen, waaronder kinderen, op straat slapen. „De meeste vraag is naar sanitair, voedsel en een veilige schuilplaats”, zegt woordvoerder Stéphane Dujarric.

De VN hebben inmiddels een hulpactie op touw gezet om de tweeduizend zwaarst getroffen slachtoffers te helpen.

Deze geweldsincidenten zijn niet uniek. De afgelopen twaalf maanden raakten meer dan vierduizend mensen dakloos door vergelijkbare ongeregeldheden. Volgens de VN kan de politie niet voldoende bescherming bieden aan de inwoners van Port-au-Prince.