Fontein des levens
Psalm 36:10
„Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht.”
Onder de Springader van levend water verstaan wij dat God Zich met een Springader vergelijkt. Zonder uw aandacht over de bronnen of fonteinen in hun oorsprong op te houden, zeggen wij dat God, Die oneindig is in Zijn Wezen, deugden en volmaaktheden, Die niet door ons kan begrepen of gekend worden in Zijn oneindige volmaaktheid en onuitputtelijke algenoegzaamheid, het behaagd heeft Zich bij verscheiden dingen te vergelijken. Opdat wij enigermate een besef zouden hebben wat Hij in Zichzelf is, en ook wat Hij is voor een ellendig en behoeftig zondaar. En om van andere vergelijkingen niet te spreken, ziet u hier dat God Zich bij een Springader vergelijkt, zoals wij ook zien in Psalm 36: „Bij U is de Fontein des levens.”
En wel hierom, opdat wij een besef van God zouden hebben als een God Die niet alleen algenoegzaam in en voor Zichzelf is, maar ook bezittende een volle algenoegzaamheid voor Zijn volk, om al hun gebreken en ledigheid zonder enige vermindering van Zijn volheid te kunnen vervullen. En zeker! Als wij op enige overeenkomsten letten tussen de Heere en een Springader, wij zullen hiervan ten volle overtuigd worden. Een fontein of springader heeft zo in zich een genoegzaamheid van water voor zichzelf, waardoor hij, hoewel hij de toevoer van de regen niet heeft, niet verdroogt, maar zijn water toch opwelt.
Alexander Comrie, predikant te Woubrugge
(”Verzameling van Leerredenen”, 1749-1750)