Oorsprong coronavirus nog raadselachtig
De oorsprong van het coronavirus is nog altijd in nevelen gehuld. In weerwil van alle geruchten is er geen enkel bewijs dat het virus uit een Chinees lab is ontsnapt, stelt de Rotterdamse virologe prof. Marion Koopmans.
Koopmans nam in februari als lid van een WHO-team poolshoogte in drie laboratoria in de Chinese stad Wuhan, waaronder het Wuhan Institute of Virology (WIV). Haar conclusie: het is veel waarschijnlijker dat het coronavirus via dieren op de mens is overgedragen dan dat het in een lab is gefabriceerd en daaruit ontsnapt.
Waarom acht u de labontsnaptheorie zo onwaarschijnlijk?
Koopmans: „Laat ik vooropstellen dat ik niet ontken dat labontsnappingen mogelijk zijn. Dat is ook waarom die mogelijkheid in al onze gesprekken in Wuhan is meegenomen.
We zijn in drie laboratoria geweest die onderzoek doen naar coronavirussen en hebben daar behoorlijk diepgaand gesproken met wetenschappers en de leiding. We hebben gezien hoe de labs werken, wat hun onderzoeksprogramma’s zijn, hoe de onderzoekers worden getraind en hoe hun gezondheid in de gaten wordt gehouden.
We hebben hen stevig aan de tand gevoeld, maar zij hadden op elk onderdeel een geloofwaardige verklaring. Zo bleek geen van de medewerkers antistoffen tegen corona te hebben.
Bovendien delen de onderzoekers hun gegevens veelvuldig in publicaties en in wetenschappelijke bijeenkomsten, ook afgelopen jaar. De ruwe data hebben we niet gezien, maar dan zou het een inspectie worden. Dat is een ander instrument.
Het Wuhan Institute of Virology is geen lab waarbij je als wetenschapper denkt dat het dingen onder de pet houdt. Het staan goed bekend en de onderzoekers publiceren veel.”
Het WIV werkt met gevaarlijke proeven, zogenaamde gain-of-functionexperimenten, waarbij coronavirussen uit vleermuizen worden aangepast. Is dat niet verdacht?
„Nee, dat is niet verdacht, dat is een onderzoeksmethode die wordt gebruikt om onder gecontroleerde omstandigheden te onderzoeken wat het effect is van bepaalde veranderingen die je ook in het wild tegen kunt komen.
In het WIV doen ze sinds de SARS-uitbraak in 2003 onderzoek naar vleermuisvirussen, met als belangrijke vraag welke gevaarlijk zijn en waarom. Daarvoor bekijken ze hoe die erin slagen menselijke cellen te infecteren.
Dankzij hun onderzoek weten we dat er veel SARS-achtige virussen in vleermuizen voorkomen.
Voor het overgrote deel zijn de virussen waarmee ze werken ongevaarlijk. De soort die nog het meest aan het huidige coronavirus verwant is, RaTG13, verschilt nog zo veel dat het vrijwel onmogelijk is die om te bouwen tot SARS-CoV-2.”
In tegenstelling tot het vleermuisvirus RaTG13 bevat SARS-CoV-2 zogenaamde furine-knipplekken. Zijn die er door de mens ingezet?
„Nee. Deze knipplekken komen ook bij andere coronavirussen in het wild voor.”
Aan het WHO-onderzoek in Wuhan hebben ongeveer duizend Chinezen meegedaan. Zijn zij wel te vertrouwen?
„Zij hebben in 233 ziekenhuizen in Wuhan gekeken naar de gegevens van 76.000 patiënten in de maanden voor december 2019. Uit hen hebben ze ongeveer 90 patiënten geselecteerd met longontsteking die mogelijk wijst op Covid-19.
De 67 mensen uit die groep die nog leefden en bereikbaar waren, zijn allemaal negatief getest op antistoffen. Bij elkaar is dat een enorme exercitie geweest. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat deze 233 ziekenhuizen en onderzoeksteams de zaak zouden flessen.”
De Amerikaanse zoöloog dr. Peter Daszak nam deel aan het WHO-onderzoek in Wuhan én sluisde als directeur van de non-profitorganisatie EcoHealth Alliance 600.000 dollar aan belastinggeld door aan het WIV. Is de labontsnaptheorie daarom bij voorbaat niet serieus genomen?
„Zeker niet. De labontsnaptheorie stond niet in de oorspronkelijke opdracht, maar hebben wij zelf op de agenda gezet. We hebben een plaatje gemaakt van alle mogelijke routes en samen gezegd dat we alles wilden bespreken.
Het Amerikaanse National Institute of Health heeft het geld via de organisatie van Daszak aan het WIV geschonken voor onderzoek naar vleermuisvirussen die mensen kunnen infecteren.
De onderzoekers van het WIV moesten wel eerst duidelijk maken waarom ze de studie wilden doen en waar de uitkomsten zouden terechtkomen. Dat is geen geheime sluiproute, maar een gewone subsidieaanvraag.
Daszak is expert in ecologisch onderzoek en konden we daarom goed gebruiken. Overigens moet u de rest van het team niet onderschatten; we laten ons niet zomaar in het pak steken.”
Komen we ooit achter de oorsprong van het virus?
„Ik hoop het. Het kan nog steeds, maar het is wel zoeken naar een speld in een hooiberg. Veel grotere onderzoeken onder dieren zijn nodig. Mogelijk vinden we dan het ontbrekende schakeltje.”