Na bijna twintig jaar is de Gouden Koets terug in Amsterdam
De Gouden Koets is binnen. Bij het Amsterdam Museum is het aftellen tot de koninklijke opening van de bijzondere expositie over het iconische rijtuig donderdagochtend in alle vroegte begonnen. „De tentoonstelling is bijna af. Vrijdag moet alles klaar zijn”, aldus museumdirecteur Judikje Kiers, die het naar binnen takelen van de uit Den Haag overgebrachte koets gade heeft geslagen.
Het over het dak van het museum hijsen van het 2800 kilo wegende en keurig in een kist verpakte rijtuig, is met militaire precisie uitgevoerd door Koninklijke Saan. Veel speelruimte was er niet op de hoek van de Nieuwezijds Voorburgwal en de Sint Luciënsteeg, tussen een lantaarnpaal, een boom en de bovenleiding van de tram. Op de binnenplaats van het museum, waar de Gouden Koets de komende maanden in een eigen glazen behuizing is te zien, moest ook voorzichtig worden gemanoeuvreerd. Een verkeerde draai en de kist zou tegen de ramen en muren slaan.
„Indrukwekkend”, vond stalmeester Bert Wassenaar de operatie. Hij is de man die aan het hof al een kwart eeuw verantwoordelijk is voor al het koninklijk transport en dus ook voor het pronkstuk van het Koninklijk Staldepartement: de Gouden Koets.
Koloniale tijd
„Het is bijna twintig jaar geleden dat de koets in Amsterdam was. In februari 2002 reed het bruidspaar Willem-Alexander en Máxima ermee langs het museum”, aldus Kiers. Ze was de afgelopen vijf jaar nauw betrokken bij de ’drie R’s van het behoud van de koets’: restauratie, renovatie en reconstructie. „Een bijzonder proces” aldus de museumdirecteur. Er moest steeds worden afgewogen of iets moest worden gerepareerd, vervangen of alleen geconserveerd. Uitgangspunt was wel dat de koets weer gebruiksklaar moest zijn. Het resultaat is tot eind februari te zien in het Amsterdam Museum. „We hebben extra tijd gekregen omdat we per dag minder bezoekers kunnen ontvangen vanwege de coronaregels.”
De koets is zo opgesteld dat iedereen rond het rijtuig kan lopen en het van alle kanten kan bekijken. Ook worden in museumzalen de historie én de controverse rond het Amsterdamse geschenk aan koningin Wilhelmina uit de doeken gedaan. „Ik hoop echt dat veel mensen komen kijken en dat we echt een discussie in gang zetten over de koets, en met name het zijpaneel dat verwijst naar de koloniale tijd waarin het is geschilderd”, zei Kiers. „Hier is een kans eens goed te kijken, te leren over de achtergrond en met elkaar in gesprek te gaan.”
Aan één verzoek dat ze de laatste tijd veel heeft gekregen, kan ze niet voldoen. „Ik krijg veel vragen van mensen of ze misschien niet heel even in de koets mogen zitten”, aldus Kiers. Het is een verzoek dat stalmeester Wassenaar herkent. „Ja, dat willen meer mensen.”
Koning
Koning Willem-Alexander ziet de Gouden Koets bij de opening van de speciale tentoonstelling in Amsterdam niet voor het eerst sinds de restauratie in 2015 begon. De koning heeft het rijtuig al bekeken in de Koninklijke Stallen, voordat het woensdagmiddag in een grote houten behuizing naar de hoofdstad werd gereden. Daar werd de koets het Amsterdam Museum ingetakeld.
De koning betaalde de restauratie, die ongeveer 1,2 miljoen euro kostte, uit zijn eigen begroting. De vorige maand afgeronde restauratie is daarmee binnen de planning gebleven. Daarop was bij aanvang ook gehoopt, maar zekerheid was er niet. „We wisten niet wat we zouden aantreffen, maar er zijn geen tegenvallers geweest”, aldus stalmeester Bert Wassenaar, de ‘baas’ van het Koninklijk Staldepartement.
Koning Willem-Alexander gaf eerder aan dat de Gouden Koets weer helemaal bedrijfsklaar moest worden, zodat er onder andere veilig mee gereden kon worden op Prinsjesdag. Om dat te bereiken, zijn niet alle onderdelen in oorspronkelijk staat teruggebracht of slechts gerepareerd. Zo zijn de banden van de wielen bijvoorbeeld vervangen.