Burgerschapsvorming splijt Eerste Kamer
Burgerschapsonderwijs splijt de Eerste Kamer. Reformatorische scholen behoren in de ogen van de Onderwijsinspectie tot een „risicogroep.” De SGP noemt het „gelukkig” dat er geen identiteitsverklaringen meer zijn die homoseksualiteit afwijzen. En GroenLinks valt de scheppingsorde aan.
Vier waarnemingen uit het debat dat de Eerste Kamer dinsdagmiddag voerde over de wet die de burgerschapsopdracht voor scholen in het basis- en voortgezet onderwijs moet verduidelijken. Volgende week zet de Senaat het debat voort. Dan reageert minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs op de vragen van de Kamerleden en vindt een tweede debatronde plaats.
De regering vindt het nodig om de eisen voor het burgerschapsonderwijs aan te scherpen. Slob wil de scholen gaan voorschrijven dat het onderwijs „respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat moet bevorderen.” En dat het onderwijs „sociale en maatschappelijke vaardigheden ontwikkelt om deel uit te maken van de pluriforme samenleving.” Ook moet het bevoegd gezag zorgen voor een schoolcultuur die daarmee in lijn is.
De linkse partijen in de Senaat toonden zich dinsdag content met de nieuwe wet, maar die mag wel een stapje verder gaan. PvdA-senator Sent, die mede namens de SP-fractie sprak: „De grootste zorgen liggen in de beperkte impact die de wet lijkt te hebben.”
Islamitische scholen
PVV-senator Van Kesteren pleitte ook voor strengere maatregelen. Die moeten dan vooral islamitische scholen raken. Nanninga (fractie Nanninga, ex-FVD) noemde de wet op zich goed, maar is bang dat deze niet helpt om in grote steden met veel moslims les te geven over de acceptatie van homoseksualiteit en de Holocaust.
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie toonden zich in grote lijnen tevreden met het wetsvoorstel van Slob. CU-senator Verkerk heeft „waardering” voor „de nieuwe balans” die Slob zoekt tussen gelijkheid en onderwijsvrijheid.
SGP-senator Schalk reageerde kritisch: „De burgerschapsopdracht zou heel gemakkelijk kunnen transformeren naar burgerschapsdwang.”
D66-senator Pijlman is voorstander van de nieuwe wet en ook voor een stevige controle door de Onderwijsinspectie: „Het lesmateriaal dat men gebruikt, mag door de inspectie worden bekeken. Afwijzing van lhbti-personen op door de overheid gefinancierde scholen is ongrondwettelijk en overigens ook religieus betwistbaar.” Pijlman wil speciaal op de hoogte gehouden worden „over de risicoscholen van orthodoxe snit: joods, islamitisch of reformatorisch.”
In antwoord op een interruptie van Schalk onthulde Pijlman dat hij voorafgaand aan het debat een gesprek voerde met de Onderwijsinspectie. „Ik heb de inspectie gevraagd: in welke denominaties komen nu risico’s voor? Dan worden de reformatorische scholen –net als de orthodox-joodse en de islamitische scholen, overigens weer op andere terreinen genoemd. Dat moet je niet veronachtzamen.”
Identiteitsverklaringen
Tijdens het debat over de wet in de Tweede Kamer, in november vorig jaar, ging het vooral over de identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs waarin homoseksualiteit expliciet werd afgewezen. In de Eerste Kamer ging het daar dinsdag veel minder over, maar ze kwamen wel aan de orde.
CDA-senator Doornhof: „Mijn fractie heeft niet al te beste gevoelens bij de ophef over die identiteitsverklaringen. Die leidt alleen maar af van waar het bij dit wetsvoorstel echt om gaat, namelijk het vergroten van de burgerschapsvaardigheden.”
SGP-senator Schalk nam ook afstand van de gewraakte verklaringen. „Al die ernstige identiteitsverklaringen zijn uitgebreid aan de orde geweest, en die zijn gelukkig weg.” Dat stemde D66’er Pijlman tevreden: „Het is geruststellend dat u zegt dat die „gelukkig” weg zijn.”
Schepping
GroenLinks-senator Ganzevoort uitte kritiek op de identiteitsprofielen die het reformatorisch onderwijs nu hanteert. Daarin staat dat seksualiteit alleen past binnen het huwelijk tussen een man en een vrouw. Ganzevoort: „Dat kun je vinden.” Maar hij viel vooral over de zin: „Ook in ons uiterlijk laten wij het in de schepping gelegde onderscheid tussen man en vrouw tot uitdrukking komen.” Ganzevoort: „Je kunt zeggen dat dat een onschuldig zinnetje is, maar voor een transgenderleerling is dit helemaal niet onschuldig.” Volgens de GroenLinkser nemen scholen hun pedagogische opdracht niet serieus als ze dit in hun profiel schrijven.
Schalk bekritiseerde in dit verband minister Slob. In de schriftelijke voorbereidingsronde vroeg de SGP’er de bewindsman of „de Bijbelse waarden verdedigd mogen worden tegenover de genderideologie.” Slob antwoordde „dat het gebruik van deze term niet past bij het fundamentele grondrecht om gelijk behandeld te worden, ongeacht geslacht of seksuele gerichtheid.” Schalk reageerde met verbazing: „Waarom dat antwoord?” Volgende week zal Slob reageren.