Politiek

Moderne tijd vraagt om onverstoorbare politici

De Tweede Kamer is de maatschappij in het klein. Gedragen burgers zich steeds informeler, dan politici ook. Zij zíjn immers onderdeel van de samenleving. Raakt op straat grof taalgebruik gangbaar, dan -helaas- ook in de Kamer. En slaat de maatschappij op tilt door hoge werkdruk, dan vallen ook politici bij bosjes om.

5 June 2021 17:12
Bergkamp, beeld ANP, Bart Maat
Bergkamp, beeld ANP, Bart Maat

Twee weken geleden maakte minister Van ‘t Wout (Economische Zaken) bekend dat hij minstens drie maanden uit de running is. Burn-out. Van de vijftienkoppige CDA-fractie zitten er twee, Omtzigt en Van der Molen, thuis. Overwerkt. Nog vers in het geheugen ligt het terugtreden van minister Bruins (Medische Zorg), ruim een jaar terug. Hij ging tijdens een Kamerdebat onderuit. Volkomen uitgeput.

En dan hebben we het nog niet over D66-Kamerlid Raemakers, die er vorig jaar vier maanden uit lag. Of over VVD-parlementariër Arno Rutte die in 2019 uit de politiek trad en die op deze wijze, naar eigen zeggen, een burn-out „net voor” was.

Maar waar het enerzijds waar is dat dit probleem blijkbaar in alle sectoren speelt, en dus ook aan het Binnenhof, geldt anderzijds dat in sommige beroepen de risico’s wel degelijk groter zijn. Een zorgmedewerker zal sneller overspannen raken dan een postbode; en een Kamerlid sneller dan een taxichauffeur.

Zo bezien is het verstandig van Kamervoorzitter Bergkamp dat zij vorige week enerzijds stelde dat „hard werken er in de politiek nu eenmaal bij hoort”, maar anderzijds ook erkende dat in het politieke bedrijf mechanismen werkzaam zijn die het burn-out raken extra bevorderen. Eén daarvan is de onvoorspelbaarheid van de Kameragenda. Terecht wil Bergkamp er, samen met kabinet, over gaan nadenken hoe die minder grillig kan worden gemaakt, zodat zowel Kamerleden als ministers meer grip krijgen op hun dagindeling.

Dat neemt niet weg dat we ons er tegelijkertijd bij zullen moeten neerleggen dat de 21e eeuw blijkbaar vraagt om een nieuw soort politici. Zoals vanaf de jaren zeventig elke politicus moest voldoen aan een nieuw criterium, namelijk zichzelf kunnen presenteren voor radio en tv, zo vraagt deze tijd om onverstoorbare, stoïcijnse parlementariërs en ministers, die zich niet gek laten maken door alle vergaderingen, werkbezoeken en appgroepen. Zeg maar: types als Mark Rutte.

Waarbij dan meteen weer opgemerkt moet worden dat zulke persoonlijkheden het in de politiek eigenlijk altíjd goed hebben gedaan. KVP’er De Jong, premier van 1967 tot 1971, ging aan de vooravond van belangrijke debatten steevast vroeg onder de wol. Kon hij uitgerust en ontspannen de arena in. Hij geldt als één van onze beste naoorlogse premiers.

De allerbeste was volgens velen PvdA’er Drees, minister-president van 1948 tot 1958. Hij had de gewoonte –het lijkt anno 2021 onvoorstelbaar– om tijdens de ministerraad tussen de middag gewoon thuis een boterham te gaan eten; bij zijn vrouw To. Om even te relaxen. En rustig het radionieuws van één uur te kunnen beluisteren.

Meer over
Wandelgangen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer