Samenleving snakt naar sociale norm die morele leegte invult
Waar de burgermaatschappij opstaat en de lege ruimte in de samenleving invult met een sociale norm, komen sociale verbinding en veiligheid terug. Dit is een beter antwoord op drugsoverlast dan legalisering.
ChristenUnie en CDA riepen het kabinet opnieuw op om lachgas te verbieden. Daarmee haakten ze aan bij het kabinetsvoornemen om de designerdrug 3-MMC onder de Opiumwet te plaatsen. Na zulke berichten laait altijd onmiddellijk het debat weer op tussen voorstanders van legalisering en voorstanders van wettelijke beperking van drugs. Eigenlijk een vreemde discussie, omdat beide ‘kampen’ uitgaan van het terugdringen van drugsgebruik door voorlichting en een beschermende sociale norm.
Wetgeving stelt een uiterste norm, maar is onvoldoende om een stabiele, veilige en sociale samenleving te waarborgen. Liberale individualisten doen vaak voorkomen dat je mag doen wat je wilt, binnen de grenzen van de wet, en dat gepraat over normen en waarden een conservatieve hobby is. Zij voelen echter ook wel aan dat een samenleving baat heeft bij sociaal, verbindend en zorgzaam gedrag.
Wetgeving is op eigen kracht trouwens niet in staat om gewenst gedrag af te dwingen, zelfs niet in een politiestaat. Etzioni toont in “De nieuwe gulden regel” (2005) aan dat wetgeving alleen succesvol is als de meerderheid die vrijwillig naleeft. Wetgeving ontstaat daarom altijd als ze is ingebed in publiek debat en publiekscampagnes.
Wetgeving en sociale normering gaan dus hand in hand. Met het oog op het Nederlandse drugsbeleid, in het bijzonder het verbod op lachgas en designerdrugs, betekent dit dat wetgeven en handhaven alleen onvoldoende zijn. Voor naleving en nationale gedragsverandering zijn publiek debat en publiekscampagnes nodig.
Het is daarom ook vreemd om legalisering te willen met het argument dat drugsgebruik het criminele circuit in gaat als het wordt verboden. Een beschermende sociale norm kan niet zonder ultieme grens, getrokken in de wet. In onderzoek naar cannabisregulering in de Verenigde Staten (Trimbos, 2017) komt dit ook naar voren. Cannabisregulering hangt samen met een lager “waargenomen risico” ten aanzien van cannabisgebruik, en daarmee ook met een hoger gebruik. Met andere woorden: normalisering van drugsgebruik in wetgeving en publieke opinie leidt tot meer gebruik en daarmee tot meer gezondheidsschade en maatschappelijke schade.
Stichting Chris en Voorkom! biedt interventies mentale weerbaarheid op basisscholen en verslavingspreventie op middelbare scholen. De stichting werkt op christelijke en openbare scholen, en in burgerlijke gemeenten met een meer progressief, accepterend drugsbeleid en gemeenten met een meer conservatief, beperkend drugsbeleid. In de gesprekken in de klas komt regelmatig aan de orde dat rolmodellen van de jongeren drugs gebruiken. Dat maakt het werk als trainer natuurlijk best een uitdaging. Op zich is dat niet erg: een open gesprek komt ook dan wel uit bij de nadelen van drugsgebruik. Maar je start wel ”op achterstand”.
Moreel leiderschap
De noodzaak van sociale normen vraagt van de overheid een moreel standpunt in te nemen. Het pragmatisch ”managen” van de BV Nederland, zonder al te veel visie, is onvoldoende. ”Nieuw leiderschap” zou moreel leiderschap moeten zijn.
Alleen als er een sociale en morele norm wordt uitgewerkt in publiek debat, wetgeving en publiekscampagnes, kan de groei in drugsproblematiek worden gekeerd. Daarbij is de uitdaging voor christelijke politieke en maatschappelijk organisaties om bondgenoten te vinden bij andere minderheden. Sociaal-linkse partijen zouden toch gevoelig moeten zijn voor de statistieken die aangeven dat kwetsbare sociale klassen het hardst worden getroffen door de gevolgen van drugs(gebruik).
Gemeenschappen
Sociale normen werken via gemeenschappen. In de aanpak van drugsgebruik is de rol van vakbonden, beroeps- en sportverenigingen, scholen en kerken daarom wezenlijk. Gemeenschappen zijn geen verzuilende en verdelende constructies, zoals ze worden gezien door sommige liberale individualisten. Integendeel: in een land van verenigingen komen individuele mensen elkaar op allerlei terreinen tegen en ontstaat er verbinding. Abraham Kuyper, die pleitte voor ”soevereiniteit in eigen kring” (1880), bedoelde daar geen verzuiling mee, maar zelfregulering in verenigingen. Etzioni wijst erop dat, waar ieder individu behoort tot meerdere gemeenschappen, een netwerk van netwerken ontstaat die de samenleving bij elkaar houdt.
De samenleving kan niet zonder moreel kompas. Kerken en christelijke politieke en maatschappelijke organisaties horen daarom te spreken over normen en waarden. Of het nu gaat om drugsbeleid, een humaan migratiebeleid of medische en ethische kwesties, onze maatschappij snakt naar een sociale norm en naar moreel leiderschap.
Wat moeten we doen?
Een gemeenschap zijn en een sociale norm stellen. Dat zijn in de uitwerking grotendeels lokale gelegenheden. Op lokaal niveau kan het gesprek gevoerd worden met het hele maatschappelijke middenveld. Een school, kerk, sportvereniging of vakgroep kan het volgende doen:
1. Beleg een avond voor ouders, collega’s, verenigingsleden, wijkbewoners of een andere doelgroep over het thema drugs en drugsbeleid. Nodig een trainer en een ervaringsdeskundige uit en/of voer een open gesprek over de ervaringen in de eigen gemeenschap met drugs (en drank). Stel vervolgens vragen als: „Wat is onze sociale norm?” „Hoe helpen we onze gemeenschap veilig en clean te houden?” „En wat doen we als we iets merken van drugs en drugsgebruik?”
2. Ga na wat er concreet wordt ingezet op drank- en drugsproblematiek in uw gemeenschap. De burgerlijke gemeente is krachtens de Jeugdwet verplicht om (identiteitsgebonden) preventie in te kopen. Er worden landelijke eisen gesteld aan de locaties van coffeeshops, maar niet iedere gemeente houdt zich daaraan.
3. Ga na waar in uw wijk of dorp overlast voorkomt vanwege drank- of drugsgebruik. Wat kunt u hier gezamenlijk aan doen? De personen in kwestie aanspreken op hun gedrag? Is de politie er wel eens over gebeld? Het komt regelmatig voor dat al deze stappen gezet zijn, maar de situatie toch niet verbetert. Accepteren we dat? Of bellen we als buurtbewoners beurtelings de politie, totdat er iets verandert?
Lokale oplossingen
Daar waar de burgermaatschappij opstaat en de morele leegte invult met een sociale norm, krijgt de maatschappij weer rust en stabiliteit terug. Een samenleving volgens de idealen van de liberale individualisten leidt tot ”de staat, het individu en niets daartussen”. De leegte die daarin overblijft, wordt gemakkelijk gevuld door populisten links en rechts. Volksmenners die beloven de antwoorden op alle problemen te hebben.
Een sterke gemeenschap van gemeenschappen, uitgewerkt in sterke sociale verbindingen en ingevulde sociale normen, zorgt voor een invulling van die leegte. In zo’n maatschappij verwacht men niet langer alles meer van de landelijke overheid maar meer van de eigen lokale oplossingen. De 18e-eeuwse Ierse conservatief Edmund Burke zou gezegd hebben: „Het enige wat nodig is voor de overwinning van het kwade is dat de goede mensen niets doen.”
De auteur is schrijver en publicist, eigenaar van bureau voor conflictbegeleiding Leerkracht en directeur van stichting Chris en Voorkom!