Demissionair zorgminister Hugo de Jonge meldde vrijdag dat hij een advies hierover van het Outbreak Management Team (OMT) overneemt. De nieuwe richtlijn geldt vanaf nu en is alleen voor mensen die bij de GGD zijn geregistreerd met een positieve testuitslag. Volgens het ministerie van Volksgezondheid zijn dat 1,6 miljoen mensen. Als iemand een positieve uitslag van een zelftest had, dan was het advies om daarna naar de GGD te gaan.

Mensen die al een afspraak hebben staan voor een tweede prik, kunnen die afzeggen. Volgens de minister is het wel van belang dat zij dat echt doen bij de GGD en ook laten registreren, want anders kunnen zij straks geen compleet vaccinatiebewijs krijgen. Dat is onder meer belangrijk om naar andere landen te reizen.

De Jonge denkt dat door de afzeggingen van veel tweede afspraken het priktempo voor anderen iets kan versnellen. Maar hoeveel vaccins er daardoor overblijven, is niet precies bekend, want het is niet te zeggen hoeveel mensen na een infectie toch al een tweede prik hebben gehad. „Het zou om honderdduizenden prikken kunnen gaan, maar dat moeten we even afwachten.”

Degenen die na een infectie toch nog een tweede prik willen, mogen dat wel. „Het is altijd een vrije keuze. Maar er wordt gezegd dat zij daarna iets meer bijwerkingen kunnen krijgen”, stelt De Jonge.

Volgens de deskundigen is na een infectie maar één dosis nodig van de vaccins om voldoende beschermd te zijn tegen het virus, ongeacht hoelang de infectie geleden is. Het afweersysteem is dan al in werking gesteld en met één prik erbij, komen er voldoende antistoffen tegen het virus, blijkt uit nieuw onderzoek. Tot nu toe gingen de experts ervan uit dat alleen na een recente besmetting, van maximaal zes maanden eerder, één prik volstond.

Mensen boven de tachtig jaar en mensen met een verzwakt immuunsysteem kunnen beter wel altijd de gebruikelijke twee prikken blijven halen.