Dat schrijft het Nederlands Dagblad vrijdag op basis van honderden overheidsdocumenten die recent zijn vrijgegeven op verzoek van de Armeense koepelorganisatie FAON. Uit die documenten blijkt dat het kabinet bij de ambassade in Turkije onderzoeken opvroeg die stellen dat de Armeense genocide nooit heeft plaatsgevonden. De regering wilde die informatie hebben als voorbereiding op een Kamerdebat.

Tegelijk wist het kabinet dat de massamoord van 1915 door de Turken op de Armeniërs niet te ontkennen valt en dat er in de wetenschappelijke wereld overeenstemming over bestaat dat hierop de benaming volkenmoord van toepassing is. „Er is brede consensus onder gerenommeerde nationale en internationale wetenschappers dat er sprake was van genocide”, schreef een beleidsmedewerker op het ministerie van Buitenlandse Zaken in 2015 aan de directeur-generaal van het departement.

De vraag die Nederland in 2018 uitzette bij de ambassade in Turkije is daarom „een schandalig verzoek”, zegt Ugur Üngör, hoogleraar Holocaust- en genocidestudies in Amsterdam vrijdag in het ND. „Er wordt gedaan alsof de Armeense en Turkse benaderingen gelijkwaardig zijn. Dat is absoluut niet het geval.” Hij spreekt over het zich „willen verschuilen achter pseudo-wetenschap.”

De Armeense gemeenschap strijdt al decennia voor een officiële erkenning door Nederland van de genocide van 1915. De regering verzet zich daar tot nu toe tegen, mede omdat zij de verhoudingen met Turkije niet wil verslechteren.