De cijfers in het statistisch overzicht liggen over het algemeen in lijn met die van eerdere jaren. Daarmee lijkt de coronacrisis in het afgelopen jaar niet tot noemenswaardige wijzigingen te hebben geleid in bijvoorbeeld ledental of overgang naar en overkomst uit andere kerken.

De stijging van het (doop)ledental is met name toe te schrijven aan het geboorteoverschot binnen de GG. In 2020 werden 2035 kinderen gedoopt, terwijl het aantal personen dat openbare geloofsbelijdenis aflegde met 1248 een stuk lager ligt.

Overleden

Vorig jaar overleden 770 (doop)leden van de GG, dat aantal is hoger dan in 2019 (586 personen).

Vanuit andere kerken kwamen 900 personen over, terwijl 2072 (doop)leden vertrokken naar een andere kerk of zich geheel aan de kerk onttrokken. Er zijn in 2020 geen buitenkerkelijken toegetreden tot de GG.

Personen kwamen het vaakst over vanuit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (358), de Oud Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) (166) of de Hersteld Hervormde Kerk (139). Vertrek was er het vaakst richting de Protestantse Kerk in Nederland (671), de Hersteld Hervormde Kerk (547) of de Christelijke Gereformeerde Kerken (187). In 2020 onttrokken zich 339 (doop)leden aan het kerkverband.

De GG telden 150 gemeenten aan het einde van het jaar, 1 minder dan een jaar eerder omdat de gemeente te Hoogvliet samenging met Spijkenisse. Hieronder vallen ook de gemeenten te Carterton (Nieuw-Zeeland) en Randburg (Zuid-Afrika). De gemeenten werden gediend door 60 predikanten, 1 minder dan in 2019.

Het jaarboek bevat ook cijfers over de Netherlands Reformed Congregations (NRC), de zusterkerk van de GG in Canada en de VS. In 2020 telde de NRC 11.484 (doop)leden. Dat is een daling van 13 personen, nadat het ledental van de kerk eerder jarenlang licht steeg.

Spanning

Het vorige jaar is „getekend door het coronagebeuren”, schrijft ds. P. Mulder namens het deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting. De predikant wijst er in zijn jaarverslag over 2020 op dat in deze tijd „sommige vraagstukken in het bijzonder voor het voetlicht kwamen”, rond godsdienstvrijheid, overheidsmaatregelen en het gehoorzamen aan Gods inzettingen. De groeiende kloof tussen kerk en samenleving „brengt spanning met zich mee.”

Ds. Mulder wijst op de geestelijke nood van deze tijd, waarop het enige antwoord is „belijdenis van schuld en verootmoediging voor Gods aangezicht.” Tegelijk, schrijft de predikant, is wat mensen waarnemen niet de enige werkelijkheid: „Wij zien aan wat voor ogen is. Voor de hemel gelden andere waarnemingen. De Heere ziet en regeert anders. Zal wat moeilijk en problematisch is hier op de aarde mogelijk goed zijn voor de Heere? Mochten we aan Zijn kant vallen vanwege Christus; als een mens die alles verbeurd heeft maar bearbeid wordt door Zijn Geest en Woord.”