Met nieuw bezoekerscentrum wil Open Doors vervolgde kerk een stem geven
Met een nieuw bezoekerscentrum wil Open Doors vervolgde christenen een stem geven. „We willen hier spreken voor hen die dat niet kunnen.”
Jarenlang was het flink zoeken voor wie het kantoor van Open Doors wilde aandoen. Het adres was online vrijwel onvindbaar en eenmaal ter plekke in Ermelo wees weinig erop dat hier een organisatie gehuisvest is die zich inzet voor vervolgde christenen. Veel van het werk moest in het geheim gebeuren, om werkers en verdrukte christenen te beschermen.
De voorzichtigheid ging ver: zelfs medewerkers van de organisatie mochten niet overal komen, zegt Klaas Muurling, ruim veertig jaar in dienst van Open Doors. Zo was voor hem aanvankelijk de loods waar auto’s werden voorbereid om Bijbels mee te smokkelen verboden terrein.
Maar die tijden zijn definitief voorbij, zegt Open Doors-directeur Maarten Dees dinsdag. De organisatie bouwde een nieuw kantoor op de plek van het oude gebouw en opende een bezoekerscentrum. Grote vlaggen met naam en logo wapperen nu uitnodigend aan de straatkant.
„Er zijn nog wel geheime delen van ons werk”, aldus Dees, „maar die zijn elders. Deze deuren moeten open. Het is tijd dat Nederland weet hoe het staat met christenvervolging. En met name de kerk moet dat weten: er moet meegebeden, meegeleefd worden. En hoe kun je nu bidden, als je niet weet hoe het ervoor staat?”
Dat is het belangrijkste doel van het nieuw geopende centrum voor bezoekers, zegt de directeur: als een „communicatiebrug” spreken voor vervolgde christenen wereldwijd die dat zelf niet kunnen.
Lange adem
De totstandkoming ervan was een zaak van lange adem. Als drijvende kracht achter het project noemt Dees met name de in 2009 overleden Nederlands gereformeerde predikant Pieter van Kampen. „Er is binnen Open Doors een enorme hoeveelheid uniek materiaal beschikbaar over de vervolgde kerk en de geschiedenis van onze organisatie. Van Kampen pleitte in het bestuur voor systematisch beheer van het immer groeiende archief.”
Nu is daaruit een selectie gemaakt om te tonen aan bezoekers. „Het is niet zomaar een bedrijfsarchief, het gaat om de Magnalia Deï, om de groten werken Gods die doorverteld moeten worden.”
Met de bouw van het centrum en de nieuwe kantoorruimte –„Het gebouw was óp, ik had bijen op mijn kamer en er liepen ratten onder de vloer”– zijn miljoenen gemoeid. Dat vroeg een omslag in de jarenlange filosofie van Open Doors, waarbij „alles naar de missie gaat”, zegt de directeur. „Deze beslissing zie ik als rentmeesterschap. We zeiden wel altijd tegen onze achterban: Geef eerst aan de vervolgde kerk en als je nog iets over hebt aan het gebouw. We zijn overrompeld door wat we kregen.”
Gevangeniscel
Bij binnenkomst in het bezoekerscentrum klinkt de stem van oprichter Anne van der Bijl. „Eén mens kan de wereld veranderen”, schrijft een bordje bij de expositie. „We hopen dat bezoekers beseffen dat dat ook voor hun leven geldt”, zegt Muurling. De medewerker smokkelde in het verleden Bijbels – een verhaal dat hij vaak vertelde aan bezoekers. Over een paar jaar gaat hij met pensioen. „Ik ben blij dat we met dit centrum klaar zijn voor een nieuwe generatie, zodat het verhaal verteld blijft worden.”
Via vijf ”thema-eilanden” maken bezoekers kennis met Open Doors en de vervolgde kerk. Zo kunnen ze plaatsnemen in een gevangeniscel, naar een hoorspel luisteren, of proberen hoeveel Bijbels zij in een ”smokkeljas” kunnen verstoppen. Kinderen krijgen een ”top secret”-koffertje voor een speurtocht.
Geïnteresseerde gasten moeten vanwege de coronamaatregelen nog even wachten. Volgens de planning zijn zij nu vanaf de tweede week van juni welkom, als ook de musea weer opengaan.