Binnenland

Hof confronteert Bekir E. met bewakingsbeelden in zaak-Hümeyra

Het gerechtshof heeft op de eerste zittingsdag van het hoger beroep in de zaak-Hümeyra verdachte Bekir E. (34) geconfronteerd met de bewakingsbeelden van de dodelijke schietpartij. E. staat in hoger beroep terecht voor moord.

ANP
26 May 2021 13:55Gewijzigd op 26 May 2021 14:19

E. schoot het meisje, dat hij langdurig stalkte, op 18 december 2018 van dichtbij met zeven kogels dood in de fietsenstalling van het Rotterdam Designcollege. Het 16-jarige slachtoffer werd geraakt in de rug en in haar hoofd.

E. verklaarde niet te weten waarom hij schoot. „Ik was onder invloed. Het gebeurde gewoon.” Uit een speekseltest na zijn arrestatie bleek dat hij wiet had gerookt en cocaïne had gebruikt. „Het was gewoon de drugs, ik was zwaar onder invloed”, zei E.

Op de getoonde bewakingsbeelden is te zien hoe E. midden op straat uitstapt uit de auto en achter de vluchtende Hümeyra aanrent, het schoolgebouw in. Binnen bij het trappenhuis van de onderdoorgang van de school richt hij zijn geladen pistool en schiet hij met gestrekte armen. Beneden in de fietsenstalling valt het slachtoffer neer en schiet E. van zeer dichtbij op haar hoofd. Dan loopt E. terug de trap op, waar hij besluit terug te keren. Op weg naar de andere uitgang stapt hij over zijn slachtoffer heen.

Nabestaanden die de schokkende beelden niet wilden zien, kregen van het hof de gelegenheid de zaal vooraf te verlaten. E. wendde na verloop van tijd zijn hoofd af van het videoscherm. „Ik wil deze beelden niet meer zien, ik heb er moeite mee”, zei hij. „Het is belangrijk dat u dit ziet”, aldus de rechter.

In de ochtenduren vertelde E. dat tijdens het rennen het wapen uit zijn broeksband de broekspijp in was gegleden. Daarom zou hij naar het wapen hebben gegrepen. „Had ik het wapen maar in het kastje van het dashboard laten liggen of onder de stoel van de auto. Dag in dag uit ben ik maar aan het denken waarom het is gebeurd. Ik heb het gedaan, het is zo vreemd, ik heb zoveel spijt.”

Woensdagmiddag besteedt het hof aandacht aan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Aan het einde van de eerste dag is tijd ingeruimd voor het spreekrecht van nabestaanden. Donderdag op de tweede zittingsdag houdt de officier van justitie het requisitoir met daarin de strafeis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer