Gereformeerde kerken in Amerika verlegen met culturele diversiteit
Veel Amerikaanse gereformeerde kerken behoren tot de blanke cultuur. Zij wijzen culturele diversiteit niet af, maar hebben moeite om die in praktijk te brengen. „Het racisme is vooral een onderhuids probleem.”
Dat stelt de Amerikaanse predikant dr. Corey Widmer, presbyteriaans predikant in Richmond (Virginia, VS). Hij promoveerde vorige week in Amsterdam op de uitdaging van het multiculturalisme voor de Amerikaanse gereformeerde (presbyteriaanse) kerken. In zijn proefschrift ”Reformed and Ever-Reforming. The Possibility of a Reformed Ecclesiology for Missionary Congregations in Multicultural Contexts” zet hij zijn standpunt mede uiteen aan de hand van de leer van de kerk bij Lesslie Newbigin, Colin Gunton en Allan Boesak.
Widmer (43) groeide op in Chicago en Tennessee, in een „zeer blanke, homogene” omgeving, zegt hij desgevraagd. Hij studeerde aan Princeton Theological Seminary en werkte van 1999 tot 2003 als assistent van de befaamde evangelicale theoloog John Stott in Londen. „Op de campus in Amerika raakte ik betrokken bij een christelijke beweging die verzoening wilde brengen tussen verdeelde culturen en raciaal gescheiden mensen. En na twintig jaar ben ik nog steeds bezig om blank en zwart bij elkaar te brengen.”
Tegen opsluiting
Het opsluiten van de kerk in de eigen cultuur en kleur verlamt de missionaire roeping van de kerk in een veelkleurige samenleving, zo stelt Widmer. „De moderne samenleving, zeker in Amerika, biedt een enorme veelheid aan culturen, maar de protestantse kerken hebben die nauwelijks als een uitdaging gezien. Wil de kerk echter trouw zijn aan haar missionaire opdracht, dan moet zij laten zien dat zij de verschillende culturen verwelkomt en verdeelde groepen met elkaar verzoent.”
Widmer concludeert dat zowel conservatieve als progressieve presbyteriaanse kerken een „monoraciaal en blank gezicht” vertonen. „De progressieve kerken keren zich wel openlijk tegen racisme, maar dat zijn vaak statements van bovenaf. In de actuele praktijk zijn er maar weinig plaatselijke gemeenten die gastvrije gemeenschappen zijn voor mensen van allerlei kleuren en culturen.”
Widmer bepleit in de lijn van de Amerikaanse neocalvinist Richard Mouw een „gepassioneerde” christologie, diep verankerd in de menselijkheid van Christus, Die bewogenheid kende voor de lijdenden en kwetsbaren. Hij citeert een anekdote van Mouw als 20-jarig theologisch student. Hij was te gast bij een Amerikaans gereformeerd gezin van Nederlandse afkomst. Toen zij op de televisie –begin jaren zestig– een uitzending van de zwarte predikant Martin Luther King zagen, sloeg de huisvader met zijn vuist op tafel. „Ik wíl deze mensen niet in mijn buurt. Wat ik heb gekregen is van míjzelf en niemand zal dat van mij wegnemen.”
Widmer: „Mouw constateerde dat er iets fundamenteel verkeerds was in de vertaling van de gereformeerde theologie. Tim Keller heeft ooit het Bijbels christendom getypeerd als zowel gericht op het redden van zielen als het aan de kaak stellen van onderdrukking en onrecht. Mijn leermeester John Stott stelde dat evangelisatie en sociale rechtvaardigheid twee delen van één schaar zijn. Beide zijn even belangrijk in de zending: verlossing van zonde en bevrijding van de mens.”
Racisme
Racisme is nog steeds een groot probleem in Amerika, ondanks de beweging Black Lives Matter, aldus Widmer: „Een recente studie van Barna laat zien dat blanke evangelische christenen het minst geneigd zijn om deze beweging te steunen. Zij ontkennen ook dat systematisch racisme nog steeds een groot probleem is in de huidige kerken in Amerika.”
Een parallel met de apartheid destijds in Zuid-Afrika?
„Apartheid was een expliciet gelegaliseerd racisme. Het racisme in Amerika is meer onzichtbaar, impliciet, ingebakken in de structuren van onze samenleving. Terwijl Zuid-Afrika heeft afgerekend met het verleden en een proces van herstel van gerechtigheid en vergeving in gang heeft gezet, is dit in Amerika nooit gebeurd. Veel verkeerde zaken zijn daarom feitelijk nooit benoemd. Ik denk dat we op dit punt veel van Zuid-Afrika kunnen leren om zo weer ernst te maken met onze missionaire roeping.”