Paardenhouders maken zich zorgen over komst wolf
Een grote meerderheid van de paardenhouders in Nederland (86 procent) maakt zich heel erge tot redelijk veel zorgen over de komst van de wolf in Nederland. Ze zijn bang om hun dieren buiten in de wei te laten lopen en ze vinden dat hun zorgen tot nu toe onderbelicht zijn gebleven. Paardenhouders zijn anders dan geiten- en schapenhouders niet vertegenwoordigd in diverse wolvencommissies.
Landbouworganisatie LTO Nederland ondervroeg paardenhouders in heel Nederland over de wolf. De meeste reacties kwamen uit Gelderland, Noord-Brabant en Drenthe, provincies waar de wolf zich al vestigde. Van de paardenhouders wist 41 procent een gebied te noemen waar de wolf opdook. Maar 29 procent wist niet dat er een wolf in de buurt van hun bedrijf was geweest.
De meerderheid van de paardenhouders heeft nog geen problemen ondervonden door een wolvenaanval. Toch zijn de meeste ondernemers bang dat paarden bij de komst van een wolf door de stress zullen losbreken en de weg oplopen. Veulens zouden een makkelijke prooi kunnen zijn. Sommigen zijn ook bang voor een wolvenaanval op hun kinderen of andere dieren. Veel paarden worden voor de zekerheid op stal gehouden. Andere maatregelen die de paardenhouders nemen zijn het plaatsen van warmtecamera’s, aanpassen van de omheining en de aanschaf van een geweer.
LTO Nederland gaat onderzoeken of de organisatie de spreekbuis voor de sector kan zijn in het wolvenoverleg.