Opnieuw fors verlies voor prijsvechter easyJet door coronacrisis
Prijsvechter easyJet heeft het eerste halfjaar van boekjaar 2021 afgesloten met een verlies voor belastingen van 700 miljoen pond (800 miljoen euro). Dat komt niet als een verrassing, omdat de luchtvaartsector de hele periode kampte met reisrestricties vanwege de coronapandemie. De budgetluchtvaartmaatschappij vervoerde slechts een tiende van het aantal passagiers in vergelijking met een jaar eerder.
In het halfjaar dat eindigde op 31 maart 2021 vervoerde easyJet 4,1 miljoen passagiers, tegen 38,6 miljoen een jaar eerder. Het bedrijf denkt in het kwartaal van april tot en met juni zo’n 15 procent te kunnen vervoeren van het aantal passagiers dat in dezelfde periode in 2019 met de maatschappij vloog.
Vooral vanaf juni verwacht easyJet dat de vraag gaat toenemen. Topman Johan Lundgren van easyJet put moed uit de vakantievluchten die vanuit het Verenigd Koninkrijk weer van start gingen eerder deze week, geholpen door het succesvolle Britse vaccinatieprogramma. Hij merkt op dat er niet alleen een grote behoefte is aan reizen. Hij wijst er ook op dat meer en meer Europese landen de grenzen weer openstellen.
EasyJet is naar eigen zeggen in staat om snel te kunnen opschalen. Daarbij denkt easyJet dat het snel tot 90 procent van de vloot kan inzetten om vakantievluchten uit te voeren, waarbij het zijn klanten flexibele boekingsvoorwaarden belooft.
De luchtvaartmaatschappij wijst er wel op dat late aankondigingen van wijzigingen van reisadviezen invloed hebben op de activiteiten. Daardoor lukt het de maatschappij niet altijd om de capaciteit tijdig uit te breiden. Dit alles zorgt ervoor dat klanten nog weer later boeken.
Het Britse bedrijf is al sinds het begin van de coronacrisis bezig met het besparen van kosten. In boekjaar 2021 moet in totaal zo’n 500 miljoen pond worden bezuinigd.
EasyJet waagt zich niet aan voorspellingen over de resultaten in het huidige boekjaar. Lundgren wijst er wel op dat het bedrijf zal inzetten op groei op belangrijke luchthavens, waaronder op Schiphol.
Hij wees er verder op dat de steun aan maatschappijen in Europa om de crisis te overleven ver uiteenloopt. Hij hekelde met name de miljarden die in zijn ogen aan „inefficiënte luchtvaartmaatschappijen” zoals Air France-KLM werden toegezegd. Lundgren erkent dat de sector niet zonder steun had gekund, maar vindt wel dat de verschillen in steunpakketten marktverstorend werken.