Geestelijke vrede
Johannes 14:27a
„Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u …”
Christus bewaart de koninklijke burcht van genade dat die niet overmeesterd wordt. Petrus’ schild was gekrookt, maar Christus bewaarde het dat het niet verbroken werd. „Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoudt” dat het niet geheel verduisterd werd (Lukas 22:32).
De kroon behorend bij al de triomfen van de heiligen moet op Christus hoofd gezet worden. „In Hem zijn wij meer dan overwinnaars door Christus” (Romeinen 8:17). Christus is alles tot vrede. Als het geweten gepijnigd wordt, en uit gevoelen van Gods toorn als een hel brandt (Job 6:4), dan is Christus alles. Hij giet de balsem van Zijn bloed in deze wonden, en stilt het oproer.
Christus maakt niet alleen vrede in de hof van de hemels maar ook in de hof van het geweten. Hij maakt niet alleen vrede boven ons, maar ook binnen in ons. „Dat gij in Mij vrede hebt”, zei Christus. Al onze gulden stromen van vrede vloeien uit deze Fontein. „Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u” (Johannes 14:27).
Jezus Christus heeft ons niet alleen vrede verworven, maar ook vrede verkondigd. Daarom wordt Hij Vredevorst genoemd (Jesaja 9:6). Vrede is de parel van Zijn kroon. Hij verzekert de ziel van Zijn liefde en zendt Zijn Geest als een hemelse Duif met een olijftak van vrede in de mond (Johannes 16:7).
Thomas Watson, predikant te Londen
(”Preek over Kolossenzen 3:11”, 1665)