Discussie door nieuw dorp bij Zuidplas
Als het aan gemeente Zuidplas ligt, komt er een compleet nieuw dorp in de polder. De raad neemt woensdag een besluit over het voorstel. De toekomstige woonplaats moet het huizentekort in de Randstad verminderen. Maar niet iedereen is enthousiast.
Nu zijn er nog vooral weilanden en tuinderijen, maar rond 2035 moeten 8000 woningen het Zuid-Hollandse polderlandschap tussen Rotterdam, Gouda en Zoetermeer vullen. Als alles volgens plan verloopt, gaat de eerste heipaal van het Vijfde Dorp in 2024 de grond in.
De gemeente Zuidplas streeft naar een nieuw dorp met een eigen identiteit, vertelt wethouder Jan Hordijk (VVD). „We willen er graag een leuke plaats van maken met veel ruimte voor water en groen.” Behalve 8000 woningen, moeten er ook onder andere een school en supermarkt in de toekomstige woonplaats, die tijdelijk het Vijfde Dorp is genoemd. Voor de definitieve naam schrijft de gemeente later nog een prijsvraag uit.
De gemeente overwoog ook de mogelijkheid om wijken aan de bestaande dorpen –Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen en Moerkapelle– te bouwen. „We blijven die kernen ook wel uitbreiden, maar dat kan slechts beperkt”, vertelt Hordijk. „Als we ze aan elkaar bouwen, verliezen ze hun eigenheid en wordt de polder te stads.”
Volgens de wethouder is de woningnood in de zuidelijke Randstad te ernstig om niets te doen. „Onlangs schreven zo’n 1100 mensen zich in voor 46 nieuwbouwwoningen die te koop kwamen. Dat laat de omvang van het probleem zien.”
Op de woningmarkt zitten starters het meest in de knel, zegt Hordijk. Daarom komt het nieuwe dorp deze doelgroep tegemoet. Het is de bedoeling dat de helft van de nieuwe woningen in een betaalbare prijsklasse komen te vallen.. „Bestaande huizen zijn gewoon erg duur. De gedachte is om juist starters te helpen om een start te maken op de woningmarkt.” De andere 50 procent van de toekomstige huizen bestaat onder meer uit vrije kavels en seniorenwoningen.
Kluitje
De locatie van het Vijfde Dorp bevindt zich dicht bij het laagste punt van Nederland dat zo’n 6 meter onder zeeniveau ligt. Maar onveilig is dat niet, denkt Hordijk. „We bouwen niet op het laagste punt, maar op een kreekrug. Die ligt wat hoger.” Verder vertrouwt hij erop dat pompsystemen hun werk goed doen. „Ik verwacht echt geen overstromingsproblemen.”
Het Vijfde Dorp is niet onomstreden. Zo is Leo Loch (70), voorzitter van Milieuvereniging Zuidplas, bang voor een bevolkingsexplosie in de polder. „Ik begrijp dat er veel huizen nodig zijn vanwege het woningtekort, maar straks zitten er veel te veel mensen op een kluitje.”
In 8000 huizen kunnen volgens Loch zo’n 24.000 mensen wonen. Meer inwoners zorgen voor meer drukte in de polder. Daarom vreest hij dat er verkeersinfarcten in het gebied ontstaan. „Zeker in de beginfase van het dorp, als de wegen nog niet af zijn, is daar kans op.”
Wethouder Hordijk erkent het risico op problemen met de infrastructuur. „Het verkeer kost ons hoofdbrekens. We zullen de verkeersbewegingen goed in de gaten moeten blijven houden en desnoods extra maatregelen moeten nemen om files te voorkomen.” Daarbij denkt hij aan wegverbredingen of extra uitvalswegen naar de A20 en de A12.
Loch maakt zich daarnaast zorgen over het groen in de polder. Dat verdient volgens hem bescherming, omdat de poldernatuur bijdraagt aan het dorpse gevoel en het wooncomfort van de inwoners van Zuidplas. „Zonder natuur, bomen en weilanden kunnen mensen niet fijn wonen in een dorp; ze moeten zich in het groen kunnen ontspannen.” Hij vindt het belangrijk dat er genoeg recreatiemogelijkheden in het gebied blijven. Graag zou hij bijvoorbeeld fietspaden voor speedpedelecs terugzien in het gemeentelijke bestemmingsplan.
Volgens wethouder Hordijk heeft Zuidplas goed nagedacht over het natuurbeheer in de polder. „We maken het bestaande natuurgebied, De Groene Waterparel, nog groener, leggen een bos aan en behouden het polderlandschap zoveel mogelijk.” Een fietspad voor snelle bikers wil hij nog niet definitief toezeggen, maar „er wordt wel naar de mogelijkheid gekeken.”
Verhuizen
Ook tuinders staan niet te juichen voor de bouwplannen. „De gemeente ziet ons het liefst uit de polder verdwijnen”, meent Frits Mostert (56), die samen met vier zoons een sierplantenkwekerij in het gebied runt. „Uitbreiden mag amper en de gemeente wil onze kassen met bomen camoufleren. Maar dat kan niet, omdat de planten zonlicht nodig hebben.”
Over de uitkoopregeling die de gemeente tuinders al eerder aanbood, is Mostert niet erg te spreken. „Ik wil best verhuizen, maar dan wil ik wel genoeg geld krijgen om ergens anders verder te kunnen met mijn bedrijf.” Een nieuwe kwekerij kost volgens de tuinder algauw zo’n 500 euro per vierkante meter en de gemeente wil daar maar zo’n 20 procent van betalen.
Hordijk wil geen precieze compensatiebedragen voor de tuinders noemen. „Experts zullen de bedrijven eerst moeten taxeren voordat we tot een definitieve prijs kunnen komen.” Wel wil de wethouder kwijt dat er een gebied komt waarin eventueel 19 hectare glastuinbouw kan komen. „Maar daar kunnen wellicht niet alle bestaande kwekerijen in. Ik begrijp wel dat tuinders denken: „wat overkomt mij nu? Daarom moeten we zeker serieus met hen in gesprek gaan.”