De Republikeinse staat Mississippi voerde de wet in 2018 in. Een abortuskliniek vocht de wet aan en won, waarna de staat naar een hogere rechtbank stapte en ook daar verloor. De wet gaat in tegen de uitspraak in de zaak Roe versus Wade uit 1973 waarin het Hooggerechtshof oordeelde dat wetten die abortus verboden ongrondwettelijk waren. In een zaak in 1992 werd nogmaals bevestigd dat een abortus moet kunnen worden uitgevoerd tot de baby buiten de baarmoeder moet kunnen leven, dat is na 24 weken.

Veel conservatieve Amerikanen willen al lang dat de abortuswetgeving verdwijnt of flink wordt aangescherpt. Dat het hof ondanks de twee eerdere uitspraken naar de wet gaat kijken, is al een grote stap voor de Republikeinen. Het hof bestaat uit zes conservatieve rechters en drie liberale rechters.