Koolstofopslag: je kunt er (haast) niet om heen als tussenoplossing
Nederlandse bedrijven in de Rotterdamse haven krijgen mogelijk twee miljard euro subsidie om CO2 op te slaan in een gasbel onder de Noordzee. Zeven vragen.
Het megaproject met de naam Porthos moet in 2024 operationeel zijn. Het opslagsysteem gaat dan gemiddeld bijna 5000 kilogram CO2 –het gewicht van een olifant– per minuut (!) in de grond pompen.
Hoe werkt koolstofopslag?
Bij industriële processen komt veel CO2 vrij. In totaal is de Rotterdamse haven zelfs verantwoordelijk voor zo’n 15 procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Bij een CO2-afvangsysteem verlaat het broeikasgas niet de schoorsteen, maar wordt het afgevoerd via een pijpleiding. De leiding loopt naar een oud aardgasveld in de zeebodem, waar het gas onder hoge druk onder de grond wordt gepompt. Koolstofopslag heet officieel carbon capture and storage (ccs).
Waarom zetten bedrijven hierop in?
In het klimaatakkoord is afgesproken dat Nederland in 2030 een CO2-reductie heeft georganiseerd van 49 procent. Om dat doel te halen ziet de industrie een belangrijke rol weggelegd voor ccs.
Milieuorganisaties uitten kritiek op koolstofopslag. Waarom?
Volgens hen is het dweilen met de kraan open. Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, zei daar vorige week tegen de Volkskrant over: „Feitelijk is het weggegooid geld. Het verplaatst het probleem naar onder de zee, maar lost het niet op aan de bron op.”
Volgens Greenpeace moeten bedrijven juist werk maken van het verduurzamen van hun processen. Geld dat aan ccs wordt besteed, kan immers niet naar het opwekken van duurzame energie.
En hebben ze een punt?
Uiteraard. CO2 die je niet produceert, hoef je ook niet op te slaan. Tegelijk lijkt het onrealistisch dat de industrie zonder ccs de doelen haalt. Het verduurzamen van processen kost veel tijd. Zo is er bijvoorbeeld groene –duurzaam gemaakte– waterstof nodig om veel processen duurzamer te maken, en dat goedje lijkt voor 2030 nog niet op grote schaal beschikbaar. Milieudefensie is overigens niet tegen ccs, die ziet het vooral als tussenoplossing. De meeste experts pleiten dan ook voor een en-en-oplossing: én inzetten op duurzame energie én inzetten op ccs.
Zet koolstofopslag zoden aan de dijk?
Zeker. Het gaat om enorme hoeveelheden CO2. Om een vergelijking te maken: als project Porthos draait, zou dat per jaar net zo veel kunnen opleveren als ruim 47 miljoen zonnepanelen.
Toch is er een maar. Ja, linksom én rechtsom moeten bedrijven de uitstoot van CO2 verminderen. Maar daarmee ben je er nog niet. Want om de klimaatcrisis te bestrijden moet het totale gehalte CO2 in de lucht gaan dalen.
Nu stijgt die nog steeds, al neemt de CO2-uitstoot wereldwijd de laatste jaren af.
Kan koolstofopslag helpen om de concentratie van CO2 te laten dalen?
Ja. Elke oplossing helpt, alleen heeft het afvangen van CO2 een bijzondere positie. Want om onder de anderhalve graad opwarming te blijven wordt in er veel modellen rekening gehouden met een andere vorm van ccs: beccs. Dat is bio-energie met koolstofopslag. Hierbij worden brandstoffen gemaakt of wordt elektriciteit opgewekt met biomassa. De CO2 die vrijkomt wordt afgevangen, terwijl bomen en planten ondertussen doorgroeien. Daar wordt de winst gepakt, omdat bomen en planten CO2 uit de lucht omzetten in plantaardig materiaal. Dit heet ook wel negatieve emissie, omdat er per saldo broeikasgas uit de lucht gaat.
CO2 onder de grond stoppen kost toch geld?
Ja, maar het is een vrij goedkope manier om op korte termijn al grote hoeveelheden CO2-uitstoot te voorkomen. Dankzij de subsidie kan het traject snel starten. Het zit er overigens dik in dat het subsidiebedrag in werkelijkheid lager uitvalt. Dat komt doordat de bedrijven ook geld kunnen verdienen met CO2-handel. De prijs voor CO2 brak vorige week dinsdag records en staat nu op 50 euro per ton. Een verdubbeling ten opzichte van afgelopen november. Een verdere stijging wordt verwacht.