‘Subsidie voor CO2-opslag is belonen van vervuiler’
Milieudefensie vindt dat de overheid „de vervuiler beloont” door een miljardensubsidie toe te kennen aan bedrijven in de Rotterdamse haven, waaronder Shell en ExxonMobil, voor het afvangen en opslaan van CO2. „Mensen betalen belasting voor hun vuilniszakken, maar Shell en Exxon krijgen miljardensubsidie om hun afval op te ruimen”, reageert directeur Donald Pols van de milieuorganisatie. „Opgebracht door het midden- en kleinbedrijf, want deze oliegiganten betalen zelf nauwelijks energiebelastingen.”
Zondag werd bekend dat vier bedrijven in totaal maximaal 2 miljard euro subsidie kunnen krijgen voor het opslaan van het broeikasgas in een leeg gasveld, op zo’n 20 kilometer uit de kust. De subsidie komt uit de zogeheten SDE+±regeling, die is bedoeld voor verduurzaming. Geld dat in die subsidiepot zit, wordt opgehaald via de energiebelasting.
Met de goedkeuring van de subsidieaanvragen is een belangrijke horde voor het megaproject Porthos genomen. Of het project echt kan doorgaan, is verder onder meer afhankelijk van de vergunningen, die nog niet binnen zijn.
Het idee achter ‘carbon capture and storage’ (CCS), het afvangen en opslaan van CO2, is dat de koolstofdioxide op die manier niet de lucht ingaat en dus ook niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Milieudefensie is niet principieel tegen de techniek zelf, maar wel tegen het subsidiëren ervan. Volgens de organisatie is subsidie ook overbodig. „Want er komt al een CO2-heffing voor de industrie die deze bedrijven dwingt om de eigen CO2-uitstoot omlaag te brengen.”
Hoe hoog het subsidiebedrag uiteindelijk zal worden, hangt af van de prijs die bedrijven moeten betalen voor CO2 die ze wél de lucht in laten gaan. Die ligt momenteel op circa 50 euro per ton, maar de prijs zou de komende jaren verder kunnen oplopen. CCS kost naar schatting 80 euro per ton. De overheid legt het verschil bij.
Greenpeace vindt het afvangen en opslaan van CO2 „een schijnoplossing” voor de klimaatcrisis. Die organisatie noemde Porthos eerder een „megalomaan, duur en risicovol project”.