Column (Wim van Egdom): Meer nationale stilte
Het is al twee weken chaos in m’n hoofd. Niet dramatisch en er hoeven geen specialisten ingeschakeld te worden, maar op de grens van april en mei loop ik sinds een aantal jaren tegen mezelf aan.
Het is allemaal begonnen toen Willem-Alexander de troon besteeg. Met dat de beste man zijn eigen verjaardag tot Koningsdag uitriep, begon het in m’n hoofd te knarsen. Nee, ik ga niet weer klagen over die volgens mij foute beslissing van de vorst, maar de naweeën doen nog steeds iets met me. Ik hoor de kersverse koningin Beatrix in 1980 in de Nieuwe Kerk in m’n hoofd nog die beroemde zin uitspreken dat de 30e april –de verjaardag van wijlen koningin Juliana– Koninginnedag zou blijven.
In de volgepakte kerk klonk na die woorden een overweldigend applaus. De net afgetreden koningin Juliana sloeg in ontzetting haar handen voor haar gezicht en was nog minutenlang na de uitspraak bezig om met een grote zakdoek de ontroering van haar gezicht te poetsen. Maar onze nieuwe koning besliste anders. Zijn goed recht. Maar het is mijn goed recht om die beslissing te blijven betreuren.
Nu, alweer jaren verder, zit ik er namelijk nog steeds mee. Die rare laatste week van april verwart me blijvend. Ineens moet de vlag uit vóór de verjaardag van m’n vader. Vroeger was dat erna. En nog steeds heb ik de neiging, wanneer er afspraken gepland worden op 30 april, te roepen dat we dan vrij zijn. Niet dus. Dit jaar was de chaos in m’n denken nog groter. Er was op de 29e april namelijk ook nog dat grote debat in de Tweede Kamer over de notulen van de ministerraad. Normaal gesproken blijven ze tientallen jaren geheim en nu lag ineens alles op straat. Iemand die hecht aan structuur wordt daar onrustig van.
Eén verandering van de laatste tijd kan ik wél goed verwerken. En dat is de beslissing om ook dit jaar bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam vanwege de coronamaatregelen geen publiek toe te laten. Hoewel ik principieel gezien vind dat hier juist alles op alles gezet zou moeten worden om mensen wél deel te laten nemen, vind ik deze stille viering toch een oase in de tijd. Dat lege plein, die intense stilte: het is voor mij een indrukwekkend herdenkingseiland in een zee van bij tijden ondraaglijke nationale onrust.
Afgezien van de onopgeefbare herdenking op de avond van 4 mei, zou ik willen zeggen: Geef ons meer momenten van nationale stilte. Het land zou er goed mee zijn.