Weinig zicht op ondermijnende criminaliteit in kleine terminals Brabant en Zeeland
De politie heeft weinig zicht op drugscriminaliteit, afvalsmokkel en grote diefstallen via kleine haventerminals in Brabant en Zeeland. Dergelijke misdrijven worden daar vaak slechts bij toeval ontdekt.
Dat staat in het rapport ”Ondermijning langs zijpaden – Een verkennend onderzoek naar de aard, omvang en aanpak van ondermijnende criminaliteit in relatie tot kleine havens en luchthavens, railtransport en binnenvaart in Noord-Brabant en Zeeland.”
De Nationale Politie en Tilburg University analyseerden geregistreerde feiten in de zeehavens van Moerdijk en Zeeland Seaports (Vlissingen en Terneuzen), in de binnenvaart- en jachthavens, op de kleine luchthavens en op spoorterminals.
Dergelijke locaties zijn voor criminelen aantrekkelijk door de vaak afgelegen ligging, de anonimiteit en de wisselende niveaus van toezicht en beveiliging. De infrastructuur van de Brabantse en Zeeuwse zeehavens, jachthavens, kleine luchthavens en spoorterminals is daarom kwetsbaar voor ondermijnende praktijken.
Toeval
„Informatie waarover uiteenlopende partijen beschikken kan niet altijd tijdig worden uitgewisseld, waardoor instanties te laat komen om verdachte goederen of personen te kunnen controleren”, zeggen de onderzoekers. Volgens hen komen illegale activiteiten op en via deze locaties nu vaak slechts bij toeval aan het licht.
Op basis van de verzamelde informatie valt niet te zeggen of slechts het topje van de ijsberg zichtbaar is of dat criminelen de voorkeur blijven geven aan de grote transporthubs of aan andere smokkelroutes.
Weerbarstig
Er zijn veel partijen die een rol (kunnen) spelen bij het toezicht en de handhaving op deze locaties, aldus de onderzoekers. De informatie-uitwisseling en integrale aanpak van de ondermijnende activiteiten wordt gestimuleerd, maar de praktijk blijkt weerbarstig.
De politie en de andere betrokken partijen onderkennen de problemen en investeren, in onderlinge samenwerking, in informatiegestuurde en risicogerichte opsporing en handhaving. Daarbij moeten economische belangen echter steeds worden meegewogen.
„De verantwoordelijke instanties zullen het toezicht, de handhaving en de beveiliging op deze locaties verder op orde moeten brengen”, zo luidt de conclusie van het rapport.