Kerk & religie

Lutherse bisschop Bremen: Hakenkruis op de borst, kruis van Christus in het hart

Ds. Olaf Latzel ervaart het niet zo, maar in Bremen is doorgaans meer vrijheid dan in andere lutherse kerken in Duitsland. Toch had Bremen na 1920 een bisschop die niets met vrijheid had. Dr. Heinz Weidemann zette een predikant van de Bekennende Kirche uit het ambt.

Van onze correspondent
3 May 2021 14:47
De Sankt Petri Dom in Bremen, waar Heinz Weidemann predikant was. beeld Wikimedia
De Sankt Petri Dom in Bremen, waar Heinz Weidemann predikant was. beeld Wikimedia

In 1926 werd Weidemann aangesteld als predikant van de Sankt Petri Dom. Een eervolle positie, maar Weidemann wilde meer. Toen Hitler aan de macht kwam, greep hij zijn kans. Al in 1933 sloot hij zich aan bij Hitlers partij, de NSDAP. De volgende stap was een actieve rol in de beweging Deutsche Christen, die Hitler voluit steunde. Zijn actieve rol betaalde zich snel uit. Otto Heider, die zich al in 1925 bij de NSDAP aansloot, werd in 1933 senator en tegelijk president van de Lutherse Kerk in Bremen. Op een bijzondere synode in januari 1934 benoemde Heider partijgenoot Weidemann tot landsbisschop en stelde daarmee de Bremer constitutie buiten werking. Protesten hielpen niet. Weidemann werd in de domkerk tot bisschop gewijd en sloot zijn toespraak af met: „Het hakenkruis op de borst en het kruis van Christus in het hart.”

Germaans Johannesevangelie

De wijding van Weidemann tot landsbisschop kreeg in Nederland geen aandacht, maar aan zijn plan voor een Germaanse versie van het Johannesevangelie werd door de meeste Nederlandse dagbladen wel een artikel gewijd. Men gebruikte daarvoor merkwaardig genoeg een artikel uit de Engelse Times en niet een directe bron uit Bremen. De Banier van ds. G. H. Kersten citeerde daaruit op 17 februari 1936 Weidemanns uitspraak: „Een Duitser sluit een boek waarin wordt gezegd dat de wet van Mozes voor hem is gegeven.” De keus voor Johannes was voor de landsbisschop helder: „Omdat de brengers van de goddelijke boodschap daarin in een verbitterde strijd tegen het Joodse volk worden getekend.” Nog hetzelfde jaar werd dit ”Germaanse Johannesevangelie” uitgebracht.

Drie gemeenten bleven zich verzetten tegen de bisschop. De belangrijkste tegenstander was Gus­tav Greiffenhagen, predikant van de Sankt Stephani. Landsbisschop Weidemann zette hem uit zijn ambt maar dankzij steun van zijn eigen gemeente kon Greiffenhagen doorgaan. Ook een demonstratie van de SA op Witte Donderdag 1935 voor zijn huis en een verblijf in de cel tijdens de paasdagen hielden hem niet tegen. Men dacht hem onschadelijk te maken door hem in 1939 als soldaat in het leger te laten opnemen. Maar de legerleiding stationeerde Greiffenhagen in Bremen en gaf hem toestemming om op zondag geen uniform te dragen als hij preekte. De deportatie van Joden in november 1941 maakte daar een eind aan.

Joodse kerkleden

In 1941 verklaarden de kerkleiders dat de Lutherse Kerk Bremen anti-Joods was en kerkleden met een Joodse achtergrond hun lidmaatschap verloren. In de herfst van dat jaar begon de Duitse overheid met het deporteren van Joden naar Polen. Op 18 november vertrok een trein met 570 Joden uit Bremen. Onder hen waren ook enkele leden van de Sankt Stephani. Greiffenhagen had op 2 november een afscheidsdienst voor hen georganiseerd, waarbij ze de zegen ontvingen en warme kleding en dekens. Dat deze christen-Joden hun ondergang tegemoet gingen, besefte men nog niet. In juli 1942 werden de gedeporteerden gefusilleerd door SS’ers, slechts vier overleefden.

Zijn collega Fischer deed aangifte van het warme afscheid en Greiffenhagen werd samen met een aantal anderen gearresteerd. Op de website Evangelischer-Widerstand staat een verklaring die hij op 4 november stuurde aan zijn militaire meerdere. Daarin legt hij uit dat er binnen de kerkmuren geen onderscheid is tussen Jood en Griek. Helaas was zijn houding tegenover ongedoopte Joden bepaald negatief. Die hadden gekozen voor Barabbas en tegen Jezus en Greiffenhagen zei dat hij zich trouw had gehouden aan de boycot van Joodse winkels. De legerleiding plaatste Greiffenhagen over naar Denemarken en voortaan moest hij ook op zondag in uniform.

1945

Tijdens de oorlog kwam bisschop Weidemann in de problemen. Om een gevangenisstraf te ontlopen, vluchtte hij naar de oostzone en werd lid van de Communistische Partij. Hij werd zowaar burgemeester in Thüringen.

Greiffenhagen keerde terug naar zijn gemeente in de verwoeste Hanzestad. Met zijn gemeente vroeg hij om vergiffenis voor wat ze de Joodse christenen hadden aangedaan. Tot in 1967 diende hij de Sankt Stephani-gemeente. Een jaar later overleed hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer