Plantaardige zuivel: melk, maar niet van de koe
Sojamelk, havermelk, kokosmelk, amandelmelk. Wie even wat langer stilstaat voor de koeling van de supermarkt, kan dit rijtje met gemak langer maken. Plantaardige zuivel –ook yoghurt, kaas en room–verovert steeds meer ruimte in het koelvak.
Om meteen maar even iets recht te zetten: de termen melk en yoghurt zullen aanbieders van zuivel op plantaardige basis niet gebruiken. Dat is bij wet verboden. Het zou verwarrend werken, consumenten krijgen niet het product in handen dat ze op grond van het gebruikte woord verwachten.
Aan creativiteit ontbreekt het fabrikanten van plantaardige zuivel vooralsnog niet, merk ik als er op een dag amandelyochurt bij ons op tafel staat. De kinderen hebben de creatieve spelling niet eens in de gaten. Nu maar hopen dat het woord yoghurt binnenkort niet in het schooldictee voorkomt.
Vanuit het oogpunt van de zuivelindustrie is de moeite met het gebruik van die woorden wel te begrijpen, maar scheikundig gezien is het een vreemde vertoning. De term melkachtig staat voor een witte, ondoorzichtige emulsie. Een mengsel van water, eiwit en kleine vetdruppeltjes die in de vloeistof zweven. Niet voor niets kennen we ook het woord zonnemelk en dat gebruiken fabrikanten ongestraft. Om over pindakaas en leverkaas maar te zwijgen.
Zuivelvervangers hebben een marktaandeel van iets boven de 10 procent binnen de zuivelmarkt. Niet heel groot, maar het groeit wel. Wat ook groeit is de groep veganisten in Nederland, mensen die alle producten van dierlijke oorsprong in de ban doen. Hun aantal wordt geschat op zo’n 200.000. Dierenwelzijn is een belangrijke reden om plantaardige zuivel te gebruiken, net als zorgen over het klimaat en de gedachte dat de mens geen producten van dierlijke oorsprong nodig heeft. Sterker nog, die kan missen als kiespijn. Soms is daar ook een duidelijk aanwijsbare reden voor, zoals in het geval van koemelkallergie of lactose-intolerantie.
En dan zijn er nog mensen zoals ik, die er niet over peinzen om vegetarisch en zeker niet veganistisch te worden, maar vinden dat het wel een tandje minder kan en om gezondheidsredenen de hoeveelheid verzadigd vet in hun voeding proberen te beperken. Gebruik daar niet meer van dan 20 gram per dag, schrijft het Voedingscentrum voor. Nu zijn de meningen over dat advies verdeeld, maar het staat nog steeds overeind. Zeker verzadigde vetten van dierlijke oorsprong hebben in verband met het vermeende effect op hart- en bloedvaten de schijn tegen.
Om die reden roer ik ’s morgens al jaren mijn ontbijtgranen door een kom magere melk. Het is weliswaar een beetje waterig, maar dat went snel. Grijp ik mis en moet ik het noodgedwongen een keer met halfvolle melk doen, dan smaakt die me als volle melk. En moet ik elke keer weer bekennen dat ik die romige smaak toch mis. Hoog tijd om eens wat te experimenteren met plantaardige varianten. Ik begin met haverdrank, dat klinkt het minst exotisch. De bruingele kleur is even wennen, maar de smaak maakt veel goed. Absoluut niet waterig, maar heerlijk romig. Niet voor niets lopen ook koffiedrinkers er warm voor. Het laat zich prima verhitten en opschuimen en is daarmee een waardig alternatief voor volle melk.
Net als haverdrank smaakt ook kokosdrank lekker romig en met zijn helderwitte kleur ziet hij er aantrekkelijk uit. Wel is de kokossmaak erg overheersend. Dat is natuurlijk te verwachten, maar je moet ervan houden. Ook bij de amandeldrank is de specifieke amandelsmaak duidelijk aanwezig, al is die milder.
Persoonlijk vind ik de amandeldrank uit de winkel wat waterig en de smaak van kokosdrank te overheersend. De haverdrank daarentegen bevalt zo goed dat ik de magere melk tegenwoordig links laat liggen. Misschien jammer voor de zuivelindustrie, maar met mijn dagelijkse portie yoghurt en karnemelk haal ik de hoeveelheid zuivel die de Gezondheidsraad adviseert om aan mijn broodnodige eiwitten, vitamines en mineralen te komen nog steeds met gemak.
Met de positieve ervaring met haverdrank in mijn achterhoofd, zet ik de volgende keer een paar potjes plantaardige yoghurts in mijn karretje. Dat leert me meteen een les: plantaardige yoghurt is voor een gezin echt onbetaalbaar. Overigens zien de kinderen dat probleem niet zo. Lang niet iedereen is bereid te proeven. Als dat al gebeurt, blijft het bij één hap.
Ik geef ze deels gelijk. De yoghurt op basis van haver vind ik zelf ook niet lekker, zelfs niet met een dikke laag cruesli erover. Yoghurt op basis van amandelen en kokos gaat beter, maar ook die maakt weinig kans om standaard op mijn boodschappenlijstje te komen. De een vind ik te waterig, de ander smaakt meer naar kokos dan me lief is.
Niet alleen plantaardige yoghurts zijn prijzig, ze kosten zo 2 euro per literpak. Een paar euro voor een verpakking die voor het grootste deel uit water bestaat, menen critici. Dat verwijt moet je maar niet al te serieus nemen. Melk en frisdrank bestaan ook voor het grootste deel uit water. Daar komt bij: voedingsmiddelen kunnen ook gezond zijn om wat er juist niet in zit. Ik ben zeker niet de enige die steeds vaker plantaardige zuivel op mijn boodschappenlijstje zet, maar kloppen de motieven wel? Dat plantaardige zuivel diervriendelijk is, hoeft geen betoog. Maar kreten als duurzaam en gezond meteen voor zoete koek slikken, is te makkelijk. De ecologische voetafdruk van haver is inderdaad laag, vergeleken met het houden van melkkoeien. Voor amandelen en ook kokos is dat een ander verhaal. Het gros van de amandelen komt uit Californië, waar de bevolking te maken heeft met grote droogte, terwijl juist voor de amandelteelt veel water nodig is.
Wie om gezondheidsredenen voeding van dierlijke oorsprong wil vermijden, moet zich goed realiseren dat plantaardige zuivel weliswaar qua smaak in de buurt komt van echte zuivel, maar dat de voedingswaarde niet te vergelijken is. Laat je zuivel staan, dan moet je op een andere manier aan de juiste eiwitten, vitamines en mineralen zien te komen. Bijvoorbeeld door elke dag een handje noten te eten.
Aan de andere kant kan de gemiddelde Nederlander best met wat minder vlees en zuivel toe. In dat licht bezien is een gedeeltelijke vervanging van zuivel te rechtvaardigen, zeker als het milieu ook een graantje meepikt.
Haver en amandelen ‘melken’ met een blender
Een nadeel van plantaardige zuivel is de prijs. Zelf maken is minder moeilijk dan het lijkt en zeker in het geval van havermelk veel goedkoper. De resterende haver- en amandelpulp krijgt in zelfgebakken koekjes een tweede leven.
Een pak havermout, een blender en een fijne zeef of een kaasdoek. Meer is niet nodig om zelf een liter havermelk te maken. Zeker met een professionele kaasdoek (een theedoek laat te weinig vocht door) kost het weinig tijd. Mijn eerste zelfgemaakte havermelk ziet er prachtig uit, maar de smaak is even schrikken. Niet te vergelijken met havermelk uit de winkel. Nu begrijp ik meteen waarom veel recepten melding maken van dadels of ahornsiroop. Dat klinkt heel natuurlijk, maar is niet direct gezonder dan gewone suiker. Veel suiker hoeft er trouwens niet in om de smaak op te peppen en mijn eerste liter havermelk is zo op.
De volgende dag verdwijnt een zak amandelen in de blender. Die kost een veelvoud van een pak havermout, maar dan heb je ook wat. Zo’n lekkere amandeldrank ben ik in de winkel nog niet tegengekomen. Toch zal ik deze variant minder vaak maken dan havermelk en dat komt door de prijs. Een portie havermout kost maar een paar cent, een zakje amandelen een paar euro.
Voor de kinderen is dat een teleurstelling. Niet omdat ze zo graag amandelmelk drinken, maar omdat ze al snel door hebben dat er na de bereiding ervan nog dezelfde middag amandelkoekjes op tafel staan. En hoewel ook de bodem van een trommel met haverkoekjes altijd weer snel in zicht komt, geldt dat nog in sterkere mate voor koekjes waarin de resterende amandelpulp in is verwerkt.