Kul-op-de-meter: groene onzin te over
Een woning is nul-op-de-meter als je over een heel jaar gezien net zoveel stroom verbruikt als je zelf duurzaam opwekt. Deskundigen reppen nu ook gekscherend over kul-op-de-meter. Omdat de markt wordt overspoeld met duurzame nepoplossingen.
Energie-experts wonden er deze week op sociale media geen doekjes om: een vibrerende windmolen zonder wieken? Van het aardgas af met koolstofverwarming? Beide opties helpen volgens hen amper bij de overstap naar een fossielvrije toekomst. „Laten we een Kul-Op-De-Meter trofee in het leven roepen”, verzuchtte Jan Willem van de Groep op Twitter!
Veel van het groene gefop zit in de hoek van het aardgasvrij maken van woningen. Zo presenteren bedrijven geregeld nieuwe technieken om woningen mee te verwarmen. Daarbij stellen ze dat hun uitvinding een alternatief zou zijn voor warmtepompen.
Zo komt het Nederlandse TI-Green dit jaar met de CVi: een verwarmingsketel die werkt met inductie – de techniek bekend van het koken. Een ander voorbeeld van een nieuw alternatief voor aardgas is bijvoorbeeld Heat Wayv, een magnetronboiler. Met behulp van microgolven verhit dit apparaat water voor de verwarming van het huis en tapwater voor onder meer het douchen.
Het addertje onder het gras is het rendement. Elk van de genoemde technieken, van verwarmen met koolstof tot inductie en microgolven, zetten tussen de 90 en 99 procent van de stroom om in warmte. Dat klinkt de leek misschien als muziek in de oren, maar is in werkelijkheid niet briljant. Ter illustratie: een ouderwetse gloeilamp kan dat ook en geeft daarbij ook nog licht.
Een moderne warmtepomp biedt veel meer. Dit aardgasvrije alternatief haalt tegenwoordig met gemak een rendement van 600 procent. Elke 1 kWh elektriciteit die je erin stopt, kan 6 kWh aan warmte opleveren. Dat zijn fabelachtige cijfers. Het is waar: als het buiten vriest, krijgen luchtwarmtepompen het moeilijker. Maar zelfs dan lukt het deze apparaten om warmte uit de lucht te winnen en ligt hun rendement nog boven de 200 procent. Daarbij komt dat de temperatuur tijdens de Nederlandse winter –zeker tegenwoordig– vaker boven de 5 graden ligt dan onder nul.
De warmtepomp is gezien het rendement superieur aan en zeker niet inwisselbaar met de zelfbenoemde concurrenten van de warmtepomp. De nieuwe technieken kunnen een optie zijn om van het aardgas af te gaan. Maar uiteindelijk zijn ze dan niet veel meer dan een ouderwetse ventilatorkachel: enorme stroomslurpers die elektriciteit één-op-één omzetten in warmte. Aardgasvrij? Ja. Groen? Niet per se. Want al die stroom moet duurzaam worden opgewerkt.
Andere groene missers gaan over windturbines. Zo zijn er veel miniwindmolens in omloop die de moeite van het plaatsen amper waard zijn. En deze week wijdde EenVandaag uit over de skybrator: een vibrerende windmolen zonder wieken. Zelfs de doorgaans goed ingevoerde Britse krant The Guardian schreef er over. Naar aanleiding van de publicatie wenste een energie-expert op Twitter de redactie van EenVandaag een spoedcursus natuurkunde toe.
Thijs ten Brinck van Wattisduurzaam.nl maakte in een artikel met de veelzeggende kop ”Een windmolen zonder wieken is als een stadsbus zonder wielen” gehakt van de skybrator. „Windenergie is bewegende lucht. Kleine deeltjes met een massa en een snelheid. Het is zaak die bewegende lucht af te remmen. Dat is hoe je windenergie oogst. Een windturbine heeft wieken omdat die wieken een groot oppervlak bestrijken, en dus veel bewegende lucht kunnen afremmen.” Oftewel: hoe groter de wieken, hoe meer energie je kunt opwekken. En een windturbine zonder wieken is dus gebakken lucht.