Column (Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen): Aangepast
Ze hadden het zo goed bedoeld. Ziezo, dat kan die jongen goed gebruiken. Dit is heel passend bij het behalen van je eindexamen. Een cadeau waar je je hele leven iets aan hebt: Sizoos driedelige uitvoering van de ”Institutie” van Calvijn.
Helaas had ik niets met Calvijn of zijn hoofdwerk (zijn tiptop verzorgde puntbaard buiten beschouwing latend – die heeft mij van kindsbeen af geïntrigeerd). In hun pedagogische wijsheid pasten mijn ouders zich aan mijn jonkheid aan: ze wierpen deze parel niet voor de zwijnen en gaven me de gewenste zilveren zegelring.
Uiteindelijk is het goed gekomen tussen Calvijn en mij. Enkele jaren na het examen liet de studentenclub CSFR mij kennismaken met de ”Institutie”. Vanuit eigen beurs kocht ik de kakelverse vertaling van dr. De Niet. (Overigens, loffelijk dat de gereformeerde gezindte herziene vertalingen van vader Brakel en vroegere vaderen als Augustinus en Ambrosius aanneemt en omarmt.)
Met vreugde lazen we als Amsterdamse studenten Calvijn. De Geneefse hervormer stond op de schouders van de kerkvaders en leerde ons meer over het woord van Christus (Kol. 3:16).
Nog een paar jaar later –de zegelring van pa en moe was inmiddels ingeruild voor een gouden ring van mijn levensgezellin– kwam bovenstaande bovendrijven. Met de leerlingen dacht ik na over de grootheid van God. Het is onmogelijk om Hem te begrijpen, omdat Zijn verstand ver overtreft al wat wij weten (Ps. 147:3 ber.).
Toch weten wij iets van onze Schepper! Hoe komt dat? Dat heeft te maken met wat Calvijn ”accommodatie” noemt: God past Zich aan ons mensen aan. Alhoewel onze zonden ons verwijderen van de heilige en verheven God, komt Hij naar ons toe! Hij gebruikt mensentaal, sacramenten of de regenboog, zodat wij met ons miniverstandje iets van Hem gaan begrijpen. Ja, de Heilige Geest helpt ons onze harten op te heffen. Maar de Alwetende daalde al eerder af tot ons ondermaanse niveau.
Na de les kwam een derdeklasser naar me toe om nog wat te vragen over Calvijns accommodatieleer. In een bijzin vertelde hij dat hij kortgeleden de ”Institutie” had aangeschaft. Nota bene een Oudnederlands exemplaar van Sizoo (gedachtig aan zijn calvinistische inborst speelden mogelijk ook financiële motieven een rol).
Beschaamd luisterde ik naar wat deze wijze leerling waardeerde in de reformator. Zouden Servilius en Cats gelijk hebben met hun: „Vroeg rijp, vroeg rot – vroeg wijs, vroeg zot”? Ik waag het te betwijfelen. Psalm 119:99 lijkt me een treffender toepassing. Hij is verstandiger dan zijn leraar.