‘Herstellen zorg na corona gaat jaren duren’
Na de coronacrisis wacht ons een enorme berg ‘inhaalzorg’ en daarom moet een herstelplan voor de zorgsector worden opgetuigd, zeggen beroepsvereniging voor verzorgenden en verpleegkundigen V&VN en de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Het inhalen en herstellen van de zorg gaat volgens voorzitter van V&VN Bianca Buurman minstens anderhalf jaar duren, zo niet langer, licht ze toe naar aanleiding van de oproep tot het herstelplan vrijdag in het AD.
Sinds het begin van de coronacrisis zijn er zo’n 1,4 miljoen verwijzingen gemist, meldde de Nederlandse Zorgautoriteit donderdag. Dat betekent volgens Buurman niet alleen dat er na de coronacrisis een berg aan operaties moet worden ingehaald, maar ook dat die operaties en andere zorg zwaarder worden doordat mensen langer hebben rondgelopen met hun ziekte.
Daarnaast zorgt de coronacrisis voor grote fysieke en mentale belasting van zorgpersoneel en voor meer ziekteverzuim door bijvoorbeeld burn-outs. Volgens V&VN zit 10 procent van de verpleegkundigen en verzorgenden ziek thuis, ruim twee keer zoveel als normaal. „Het personeelstekort liep al op en wij zien dat komende jaren ook niet veranderen”, aldus Buurman. Sterker nog, de vereniging vreest dat de uitstroom van zorgpersoneel door de coronacrisis alleen maar zal toenemen. „Dat komt dus nog bovenop de inhaalzorg en het feit dat bijvoorbeeld de vraag naar ouderenzorg komende jaren ook toeneemt”, aldus Buurman.
Om deze problemen komende jaren het hoofd te kunnen bieden is een alomvattend herstelplan nodig. Op de korte termijn moet personeel achterstallige vakanties opnemen en moet er gekeken worden naar goede psychische en fysieke begeleiding van personeel dat kampt met mentale problemen door het afgelopen jaar of dat zelf corona opliep. „Maar we moeten ook kijken welke inhaalzorg we voorrang gaan geven. Welke operaties hebben prioriteit? En kunnen we kijken of we bepaalde zorg anders kunnen organiseren? Zo kunnen we zorgen dat patiënten beter getraind worden voor een operatie, zodat ze minder lang in het ziekenhuis hoeven te blijven. Of we kunnen patiënten zelf hun wondzorg leren doen, zodat er minder wijkverpleging nodig is.”
Het plan moet samen met verpleegkundigen, verzorgenden en artsen worden vormgegeven. „Het is belangrijk dat zij hierin betrokken worden”, aldus Buurman. Op welke termijn dat gaat lukken, is nog moeilijk te zeggen. „We zitten nog middenin de derde coronagolf, personeel heeft nu nog andere dingen aan het hoofd. Maar we willen hier zo snel mogelijk mee aan de slag.” Ook de vraag naar de prijs van het herstelplan kan ze nog niet beantwoorden. „Maar dat het geld gaat kosten is duidelijk.”
Demissionair minister Tamara van Ark voor Medische Zorg noemt het „cruciaal” dat het herstelplan er komt. Het ministerie zegt dat de zorg (V&VN en de FMS) daarin het beste het voortouw kan nemen, ook omdat de zorg zelf het beste beeld heeft van de behoeften op de werkvloer. De Nederlandse Zorgautoriteit helpt met het in kaart brengen hoeveel zorg er ingehaald moet worden.