Opstelten luistert naar zorgen moskee– en kerkgangers
„Blijf niet binnen, je moet de dialoog met de stad aandurven." Die boodschap had burgemeester Opstelten donderdag voor het bestuur en de bezoekers van Abu Bakr Moskee in het Oude Noorden van Rotterdam.
De burgemeester bezocht de Marokkaanse moskee, omdat hij ondanks schriftelijk en telefonisch contact mensen ook regelmatig in de ogen wil kijken. „Dat is cruciaal", aldus Opstelten.
De burgemeester bezocht donderdagochtend niet alleen de Abu Bakr Moskee. Ook ging hij naar de Marokkaanse Othman Moskee in Crooswijk, die eerder werd beplakt met pamfletten met afbeeldingen van varkenskoppen. Verder ging hij in Rotterdam–Zuid naar de kerk aan het Breeplein, waar woensdagavond molotovcocktails naar binnen zijn gegooid, en bezocht hij daar de Turkse Merkez Moskee.
Opstelten sprak met direct betrokkenen over hun zorgen. „Het gaat in Rotterdam om wij en om alle Rotterdammers. Iedereen moet ervoor zorgen dat extremisme wordt uitgebannen. Meld signalen. Dat moet ik doen en u ook."
De burgemeester laat zich dagelijks door de politie informeren over gebeurtenissen in de stad, wegens de pogingen tot brandstichting bij moskeeën en kerken. Eerder kondigde hij al aan dat het college uiterlijk 1 februari 2005 met maatregelen komt om extremisme in de stad tegen te gaan.
A. el Kaddouzi, voorzitter van de Abu Bakr Moskee, was blij met het bezoek van de burgemeester. Hij nam afstand van de moord op Van Gogh in Amsterdam en benadrukte dat islam volgens hem juist veiligheid betekent en geen terreur en racisme.
Sinds de moord op Van Gogh voelen bezoekers van de Abu Bakr Moskee zich wel onveilig, stelde El Kaddouzi vast. Ondanks het goede contact dat het moskeebestuur altijd had met andere instellingen en organisaties in de buurt, houden vrijwilligers nu ook een oogje in het zeil bij de moskee.,We zijn blij dat we politie zien na het gebed", aldus S. Igalla, vaste bezoeker van de moskee. „We veroordelen de moord op Van Gogh. Dit hoort in geen enkele samenleving te gebeuren. We zijn zeer bezorgd over hoe het nu gaat, door de brandstichtingen bij moskeeën, kerken en islamitische scholen."
De moskee in het Oude Noorden wordt door veel jongeren bezocht. „Ook zij keuren af wat nu gebeurt. Dit heeft niets te maken met islam", aldus een vertegenwoordiger. Hij vertelde dat gelovige jongeren die herkenbaar zijn aan bijvoorbeeld hun baard, op straat worden aangesproken over de moord op Van Gogh. Opstelten begreep dat dat gevoelig ligt: „Ik veroordeel het dat mensen algemeen een bevolkingsgroep aanwijzen voor iets dat één iemand heeft gedaan. Dat is onaanvaardbaar. Maar u bent tegen mij nu zeer zelfverzekerd. Zeg ook op straat wat u nu tegen mij zegt."
Opstelten erkende dat alle zeilen moeten worden bijgezet. Hij vindt dat gemeenschappen niet in hun schulp moeten kruipen door de recente gebeurtenissen. „We doen echt ons best te integreren en te slagen", aldus Igalla. „Maar dat is heel erg moeilijk als we telkens in een hoek te worden gedrongen en dat is nu al een paar keer gebeurd."