Luchtmachtpiloot vliegt uit voor MAF
Luchtmachtvlieger Pieter Room (37) zet zijn wielen binnenkort aan de grond in Oeganda. De Chinook- en Pilatuspiloot vliegt deze zomer uit voor MAF. „Ik zie duidelijk Gods leiding.”
De ronkende roffel van een CH-47 Chinook, een zware transporthelikopter, maakt plaats voor het brommende geluid van een Cessna 208 Caravan. Kapitein Pieter Room stapt over van de Koninklijke Luchtmacht naar Mission Aviation Fellowship (MAF), van Nederland naar Oeganda. Dinsdag 27 april vertelt Room over zijn overstap tijdens een MAF-livestream ”Vliegen voor het Koninkrijk”.
De interesse voor MAF dateert bij Room, zoon van een Vrijgemaakt-predikant, van groep 4 of 5 op de basisschool. „We kregen een presentatie met dia’s over MAF. Toen dacht ik: Dat is mooi.”
In groep 8 krijgt Room een beroepsoriëntatiegesprekje met zijn leerkracht. Hij vroeg: „Wat wil jij later worden?” Ik zei: „Piloot of dominee.” De leraar zei: „Dan moet je naar MAF”.”
Na middelbare school en hts kiest Room in 2007 voor de Koninklijke Luchtmacht en meldt zich aan bij de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda.
De selectie strandt. Room draagt een bril en dat laten de selectiecriteria niet toe. De militair besluit zijn ogen te laten laseren om toch te kunnen vliegen. „Ik ben de eerste luchtmachtpiloot met gelaserde ogen.”
Op vliegbasis Woensdrecht volgt Room de opleiding tot vlieger op de Pilatus PC-7. De helikopteropleiding in de VS stoomt de kersverse piloot klaar tot vlieger op de Chinook. Room belandt vervolgens bij het Defensie Helikopter Commando (DHC) op vliegbasis Gilze-Rijen.
Niet enthousiast
Een collega vraagt in 2014 of Room een keer mee gaat naar de MAF-interessedag op vliegveld Teuge, voor geïnteresseerden in het werk van de wereldwijde zendings- en hulporganisatie. Kapitein Room meldt zich aan. MAF neemt contact op en vraagt of hij z’n cv wil opsturen. En of hij z’n vrouw wil meenemen.
Pieters vrouw, Klarieke, is niet bijster enthousiast. „Ze zei: Ik ben je nu al vaak kwijt aan het buitenland. Straks zitten we daar in de bush, vlieg jij elke dag uit en blijf ik in een hutje achter.”
Ondanks veel vragen reizen Pieter en Klarieke naar Teuge. Onderweg overvalt de schrik hen. Waar zijn we mee bezig, vragen ze zich af. „We hebben de auto stilgezet en zijn samen in gebed gegaan. Heere, als het Uw weg is, wilt U dan zorgen dat we worden geraakt?”
Een presentatie van een door MAF uitgezonden stel beroert het echtpaar. „We zaten beide met tranen in de ogen te luisteren. Dit ging over ons. Al onze vragen werden beantwoord.”
Uitzending voor de VN-missie in Mali in 2015 volgt. „Met mijn Chinook vloog ik daar onder de meest extreme omstandigheden. Bijvoorbeeld brown-outs, landingen in onwijs grote stofwolken, waarbij een vlieger totaal niets meer ziet.”
Onbereikbaar
MAF blijft een onbereikbaar doel. Room, met beide benen in de luchtmacht, mist vliegervaring. „Ik vloog op helikopters en MAF beschikt nu eenmaal niet over heli’s.”
Bovendien is een vliegopleiding peperduur. „Dat geld hadden we niet. Daarom hield het voor ons op.” Onverwacht meldt zich echter een stel uit Parousia, hun kerkelijke gemeente in Den Bosch. Zij willen de kosten van de opleiding voor hun rekening nemen.
Room haalt zijn basisvliegbrevet. Alleen beschikt hij daarmee nog niet over de noodzakelijke vlieguren. In principe zou hij deze op vliegbasis Woensdrecht kunnen halen.
De overstap van Chinook op Gilze-Rijen naar Pilatus-lesvliegtuig op Woensdrecht ligt echter niet voor de hand. „We hebben gebeden: Heere, als dit Uw weg is, wilt U het dan ook regelen.” Samen met zijn vrouw geeft hij het over.
Onverwacht komt, twee weken later, een commandant naar Room toe, niet wetend van zijn wens op Woensdrecht te gaan vliegen. „Er is een vacature op Woensdrecht. Is dat niets voor jou”, vroeg z’n commandant. „Ik heb direct, ter plekke ”ja” gezegd.” De commandant zei: „Maar, hoef je daar niet eens over na te denken…?!” Voor de piloot is het zonneklaar. Woensdrecht is de weg. Room, opgeklommen tot vlieginstructeur, heeft duizend vlieguren op de PC-7 achter de kiezen.
Gesloten deuren draaien open, zo is de ervaring van Room. „Keer op keer stonden wij verbaasd. Heere, dit is van u. Als God deuren opent, is het onze verantwoordelijkheid door die deur naar binnen te gaan.”
Room, inmiddels vader van Amy, Lize en Nora, Juda en David, zegt na dertien jaar luchtmacht zijn contract op. Een vast salaris maakt plaats voor het leven van giften in de bush. „Een sprong in het diepe. We knippen een lijntje door.”
Spannend, erkent de luchtmachtpiloot. „Aan de andere kant hoeven we deze stap niet alleen te zetten. Wij mogen het samen met de Heere doen. We willen graag Gods weg volgen.”
Extreem
Room kijkt met verwondering terug. „Mijn vliegervaring in extreme omstandigheden op de Chinook, mag ik inzetten op de Cessna 208 Caravan bij MAF, dat ook vliegt onder uitzonderlijke situaties, op onverharde banen, middenin de bush.”
De overeenkomsten van de „uitdagende” landingen zijn groot. „In beide gevallen moet, bijvoorbeeld bij slecht zicht, precies worden vastgehouden aan de geleerde procedures.”
De verschillen zijn ook groot. „We gaan nu op uitzending met het hele gezin. Voor onbepaalde tijd.” Bij de luchtmacht ziet een vlieger niet altijd direct resultaat van zijn werk. „Als ik bij MAF medicijnen breng naar een vluchtelingenkamp, zie ik direct resultaat.”
Room vliegt straks vanuit Oeganda naar onder meer Zuid-Soedan en wellicht Congo en Kenia. Verder wordt hij instructeur voor MAF-vliegers in Afrika op de Cessna 208 Caravan, een vliegtuig met dezelfde motor als de PC-7.
Het werk voor MAF is „een roeping”, stelt Room. „Gedreven door wat Jezus voor mij heeft gedaan, mag ik me inzetten voor MAF. Ik wil daarbij graag Gods weg volgen. Dat is de beste weg.”