Volgens de gemeenten wisten de bedrijven van de milieu- en gezondheidsrisico’s van de stoffen PFOA en GenX. Toch hebben ze daar niet voor gewaarschuwd en hebben ze te weinig gedaan om de gevolgen van de uitstoot te voorkomen. „Uit diverse bodemonderzoeken in de regio blijkt dat de omgeving van de bedrijven verontreinigd is geraakt”, schrijven de gemeenten.

Chemours en DuPont hebben eerder aansprakelijkheid afgewezen. Als de rechter de bedrijven wel aansprakelijk stelt, kunnen de gemeenten een schadevergoeding eisen voor de kosten van de onderzoeken en de gevolgen van de verontreiniging. DuPont zegt in een reactie de beweringen te bestuderen. Omdat het gaat om een lopende procedure geeft het bedrijf verder geen commentaar. Chemours heeft nog niet gereageerd.

Chemours produceert op grote schaal kunststoffen als teflon, die water, vet en vuil afstoten. Daarvoor gebruikt het bedrijf zogeheten poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS). Die zijn nauwelijks afbreekbaar en kunnen zich daardoor ophopen in het milieu of in het menselijk lichaam.

Vroeger werd PFOA gebruikt, sinds 2012 is Chemours overgeschakeld op GenX-stoffen. Beide vallen onder de PFAS, waar strenge normen voor gelden. De GenX-stoffen die het chemiebedrijf gebruikt worden door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu „zeer zorgwekkend” genoemd. Van PFOA is bekend dat het leverschade kan veroorzaken, schadelijk kan zijn voor de voorplanting en voor ongeboren kinderen, aldus het RIVM. Mogelijk is het ook kankerverwekkend.