Rutte: Kabinet neemt aanvaardbaar risico met versoepelingen
Kan het al wel, of toch nog niet? Hoewel demissionair premier Rutte vrijdag nog een flinke slag om de arm hield (‘versoepelingen blijven misschien nog wel uit tot half mei’), zette hij het sein dinsdag toch op groen. Vanaf 28 april mogen de buitenterrassen overdag weer open, de avondklok verdwijnt, de bezoekersregeling wordt iets verruimd en ook winkels en scholen krijgen weer wat meer vrijheden.
Chef infectieziektenbestrijding Van Dissel van het RIVM draaide er donderdag niet om heen: het OMT had liever nog even afgewacht. Om precies te zijn op een afname van tenminste 10 procent van het 7-daagsgemiddelde van het aantal nieuwe IC- en ziekenhuisopnames. Maar Rutte besliste dat de tijd voor het beheerst risico’s nemen gekomen was.
De reacties op dat besluit liepen donderdag in de Kamer behoorlijk uiteen. Allereerst was daar het team-Ploumen (PvdA) dat de versoepelingen onverantwoord noemde en met behulp van een motie probeerde terug te draaien. SP, GroenLinks en ChristenUnie toonden zich eveneens kritisch op de versoepelingen, maar vooralsnog leggen zij zich bij Ruttes uitleg neer.
Die kwam erop neer dat de stijging van de opnamecijfers in de RIVM-modellen halt lijkt te houden. „Dat is een belangrijk verschil met vorige week”, aldus Rutte. De modellen tonen bovendien een verwachte daling, vlak voor of na 1 mei. Die geprognosticeerde daling is voor het kabinet doorslaggevend, stelde Rutte. Hij noemde daarbij ook dat het later versoepelen volgens de modellen niet van invloed lijkt op de hoogte van de opnamepiek. „Nu de teugels later vieren betekent alleen dat het iets langer kan duren voordat de ic’s zijn leeggestroomd. Daar staat echter tegenover dat veel mensen nu naar versoepelingen snakken en dat is de brede, maatschappelijke weging die het kabinet maakt”, zo sprak de demissionaire premier.
Volgende week stemt de Kamer over een wet die het kabinet de bevoegdheid geeft ondernemers in de zogeheten niet-essentiële sectoren (horeca, sport, cultuur) die de deuren weer willen openen voor het publiek te verplichten bij de ingang een negatief testbewijs van bezoekers te vragen. Vrijdag bleek uit de wettekst dat het kabinet per bezoeker een eigen bijdrage van 7,50 euro in rekening wil brengen om de kosten van die testen te drukken. Kamerbreed leven daarover veel vragen. Onder meer de VVD, D66, PVV, SGP, SP en GroenLinks vroegen verantwoordelijk zorgminister De Jonge deze week schriftelijk om opheldering. Donderdag onthulde de bewindsman alvast een deel van zijn verdedigingslinie: de eigen bijdrage wordt pas van kracht vanaf 1 juli en het kabinet verwacht dat de coronamaatregelen dan alleen nog van kracht zullen zijn voor grote publieksevenementen. Dat langetermijninzicht werd volgens hem pas na het laatste coronadebat van vorige week donderdag geboren, anders had hij de Kamer al in dat debat van zijn voornemen op de hoogte gesteld, verzekerde hij.
Tot 1 juli betaalt de overheid, in de veronderstelling dat daardoor lagere uitgaven aan de corona-steunpakketten nodig zullen zijn.
Dat de Fieldlab-experimenten en de verplichte testevenementen in april veel massaler uitpakten dan waar de Kamer op had gerekend zit veel partijen ook nog altijd dwars. CU-Kamerlid Bikker, die donderdag voor het eerst namens haar partij het woord voerde in een plenair debat, vindt dat de Rekenkamer een onderzoek moet beginnen naar de rechtmatigheid van de overheidsuitgaven hieraan.
PVV, FVD, DENK en SGP juichen de dinsdag aangekondigde versoepelingen toe. SGP-fractievoorzitter Van der Staaij noemde het teruggeven van vrijheden aan de burger „een rechtsplicht” van het kabinet.
PVV, FVD, DENK en ook de VVD deden nog verwoede pogingen om de voorgenomen openingstijden van de buitenterrassen te verruimen. Maar gegeven de verdeeldheid in de Kamer kostte het Rutte weinig moeite om een middenpositie in te nemen en het bij de dinsdag gedane aankondigingen te laten: de opening blijft voorlopig beperkt van 12.00 tot 18.00 uur. Rutte: „Dat maakt de lunch en de vroege borrel weer mogelijk.”