Regisseur van je eigen leven
Een samenleving waarin je vrij bent om te kiezen hoe je wilt leven en hoe je wilt sterven. Het Humanistisch Verbond vecht er al 75 jaar voor. Maar voor voorzitter Mardjan Seighali is de strijd nog niet gestreden. „We willen geen uitzonderingspositie voor kerken.”
Ze staat nog maar enkele maanden aan het roer van het Humanistisch Verbond en het is al feest. De organisatie van „vrijdenkers” en „ongelovigen”, opgericht in 1946, viert haar 75e verjaardag. Koning Willem-Alexander bracht in februari een virtueel werkbezoek en later dit jaar volgen er nog tentoonstellingen, fietstochten en interactieve bijeenkomsten.
De Iraanse-Nederlandse Seighali schenkt koffie in de woonkamer van haar huis in Almere. Op tafel ligt haar in januari verschenen autobiografie ”Tot op de dag”. In een boekenkast onder het raam staan nog vier delen, van elke nieuwe druk een exemplaar.
U zat in Iran als „vrijdenker” anderhalf jaar in de gevangenis, werd gemarteld en vluchtte op uw 26e naar Nederland. Hoe hebben die ervaringen uw werk gestempeld?
„Ik leefde in Iran onder een extreem religieus regime, de Islamitische Republiek. Er was geen enkele ruimte voor afwijkende gedachten. Ik vind het nog steeds moeilijk om te praten over wat er zich allemaal heeft afgespeeld. ”Tot op de dag” van vandaag, zoals mijn boek heet.
Met mijn vlucht naar Nederland in de jaren negentig, samen met twee jonge kinderen, heb ik gezocht naar vrijheid. Om die te vinden, heb ik ook een abortus ondergaan. Uw achterban zal mij daarvoor wel als een moordenaar wegzetten, maar vrije keuze en vrije wil vind ik heel belangrijk. Dogma’s kunnen leiden tot activisme en extremisme, en daar ben ik wars van. Ik koester het vrijdenken.
Het is mijn ambitie om het Humanistisch Verbond een plaats te laten zijn waar rechtvaardigheid, vrijheid en het recht op het maken van eigen keuzes hoog in het vaandel staan. We worden geboren met het recht op vrijheid. Mensen mogen geloven in wat ze willen. We moeten dat respecteren en niet de intentie hebben een ander van gedachten te laten veranderen.”
Wat verstaat u onder humanisme?
„Ieder mens is gelijk en heeft het recht eigen keuzes te maken. En tegelijk verhouden mensen zich tot elkaar en kunnen ze iets voor een ander betekenen. Ik kan heel slecht tegen onrechtvaardigheid. We hoeven niet allemaal een held of wereldverbeteraar te zijn, maar we kunnen wel doen wat in ons vermogen ligt om mensen te helpen.”
U sluit uit dat er iets hogers bestaat?
„Ik ben niet in een religieus gezin opgevoed. Ik heb God nooit gezien en toen ik Hem in Iran nodig had en hardop riep, kwam Hij niet. Nee, ik geloof niet in God. Of in het lot.
Ik geloof er heilig in dat wij als mensen bestaan om iets voor anderen te betekenen. Je hebt het leven zelf in handen. Ik geloof in vrijheid en eigen keuzes maken, in het regisseur zijn van je eigen leven. Ik zou mezelf geen atheïst willen noemen. Dat klinkt toch wat extreem, alsof je gelovigen en andersdenkenden in een hokje duwt. Ik ben eerder een vrijdenker.”
Waar halen humanisten hun moraal vandaan?
Wat feller: „Wie niet in God gelooft, wordt vaak weggezet als iemand die niet goed leeft en geen moraal heeft. Dat is niet waar. We halen de moraal uit onszelf en uit onze medemens. Iedereen heeft een geweten en krijgt bepaalde waarden en normen mee. We leven om goede dingen te doen, zodat je na de dood, als er niets overblijft, herinnerd wordt als een goed mens.”
Het Humanistisch Verbond ijvert voor geestelijke verzorging op humanistische grondslag. Wat zegt een humanistisch raadgever tegen een militair met traumatische ervaringen?
„Ik ben zelf geen geestelijk verzorger en wil niet op zijn stoel zitten, maar zo’n raadgever is er voor mensen die ook humanistisch denken. Ik zou vragen naar de ervaringen van deze militair, naar eventuele schuldgevoelens, woede. En ik zou benadrukken dat de militaire interventie was bedoeld om mensen te helpen, om hun een beter perspectief te bieden, om een land weer op te bouwen. „Wat jij doet, kan van impact zijn op het leven van een ander.””
Het Humanistisch Verbond publiceert jaarlijks het Freedom of Thought-rapport, zeg maar de tegenhanger van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors. Humanisten hebben het zwaar wereldwijd?
„Sinds de oprichting van het Humanistisch Verbond in 1946 is het beschermen en bevechten van gelijke rechten voor gelovigen en niet-gelovigen een van onze kerntaken. We komen op voor het recht te geloven wat je wilt, dus ook het recht om niet te geloven. Dat recht moet nog altijd worden verdedigd.
De positie van niet-gelovigen staat wereldwijd onder druk. Ze worden gediscrimineerd en vervolgd. Niet-gelovigen kunnen bijvoorbeeld geen baan krijgen, mogen niet trouwen of worden uit de ouderlijke macht gezet. In sommige, veelal islamitische, landen komen ze zelfs in de gevangenis, worden ze gestenigd of krijgen ze stokslagen. In elf landen staat op afvalligheid de doodstraf.”
U pleit voor ruimte voor iedereen. Is die er ook voor christenen die op grond van de Bijbel bijvoorbeeld abortus en euthanasie afwijzen?
„Ja, als jij gelooft dat een abortus doen niet goed is, is dat jouw keuze. Niemand mag je dwingen van gedachten te veranderen. Mensen zijn vrij om over hun eigen lichaam te beschikken, dus ook om vóór abortus te kiezen.”
Orthodoxe christenen lijken hun mening niet openlijk te mogen geven.
„Die moeten ze voor zichzelf houden. Religie is een privéaangelegenheid. Naar de kerk gaan: prima. Daar ga ik niet over, ook niet over de vraag of iemand voor zeven of tien kinderen kiest. En ik voor twee, omdat ik daarnaast nog andere dingen wil doen. Dat is mijn keuze. Mensen mogen best zeggen dat ze het daar niet mee eens zijn, als dat mijn vrijheid maar niet beperkt.
Het is voor mij een stap te ver dat vrouwen die in alle vrijheid een keuze maken, worden verhinderd om naar een abortuskliniek te gaan. Als je het daar niet mee eens bent, en dat kan, demonstreer dan in Den Haag waar de wetten worden gemaakt en niet voor de kliniek.”
Het Humanistisch Verbond toonde wellicht ook weinig respect voor andersdenkenden in zijn strijd tegen de troonbede, het ambtsgebed, de zondagswetgeving en de Nashvilleverklaring over het huwelijk.
„Het Humanistisch Verbond pleit voor inclusiviteit. We willen geen samenleving waarin christelijke ideeën dominant zijn en andere visies overheersen. Op het moment dat christenen de vrijheid van anderen inperken, zullen we ons daar zeker tegen verzetten. In een vrije samenleving moet ruimte zijn voor gelovigen en niet-gelovigen. Iedereen heeft recht op een eigen mening, zolang een ander daar geen last van heeft. Ik ben niet heel activistisch, maar zie mezelf wel als een strijder voor gelijkwaardigheid, keuzevrijheid.”
Ondertussen was er op de radio een spotje over de kieswijzer van het Humanistisch Verbond te horen: „Maak in het verbod op samenkomsten in coronatijd geen uitzondering voor religieuze bijeenkomsten.” Als christenen zich aan de regels houden, heeft niemand toch last van kerkdiensten?
„We willen de kerken niet sluiten, maar wel dat voor musea en andere kunstinstellingen dezelfde regels gelden. Waarom zou je wel naar de kerk en niet naar het theater kunnen gaan? Heel veel mensen halen daar hun inspiratie vandaan. We willen dus geen uitzonderingspositie voor kerken.”
Het Humanistisch Verbond heeft nogal een antireligieus imago.
„Het Humanistisch Verbond is opgericht om een stem te geven aan de groeiende groep niet-gelovigen in de samenleving: humanisten, atheïsten en vrijdenkers. We zijn niet antireligieus, maar vóór gelijke behandeling en gelijkwaardigheid, vóór vrijheid en het maken van eigen keuzes. Misschien moeten we duidelijker maken dat het Humanistisch Verbond niet tegen godsdienst is.”
Waar gaat u als voorzitter van het Humanistisch Verbond concreet voor strijden?
„Ik wil me inzetten voor mensen die vanwege hun seksuele geaardheid geen veilige omgeving hebben. Ze hebben het recht zich te uiten zoals ze willen. Ik wil ook strijden voor vrouwen. Zij hebben het recht eigen keuzes te maken: in hun huwelijk, baan en eigen buik.”
Het Humanistisch Verbond telt 17.000 leden, duizend meer dan bij het vorige jubileum, in 1986. Het humanisme slaat niet massaal aan bij de bevolking.
„We hebben het dan over leden. Er zijn natuurlijk veel meer mensen die achter het humanistische gedachtegoed staan. Vrijdenkers hebben niet altijd behoefte om bij een club te horen. Toch is het van belang om je te verenigen, want de humanistische waarden hebben bescherming nodig. Vrijheid komt niet vanzelf; daar moet je samen aan werken.
Ik ben blij met de groei van het aantal leden, zeker omdat kleine organisaties het moeilijk hebben. Het humanisme is sterk aanwezig in onze maatschappij. Ik vind het belangrijk dat mensen zich in levensbeschouwelijke zin identificeren met het Humanistisch Verbond en zich daar voor langere tijd aan verbinden. Het zou een vrijplaats voor vrijdenkers moeten zijn, een plek waar mensen zich met hart en intellectuele vermogens aan toewijden.”