Kerk & religie
Ds. Van Dalen: Bijzondere kerkdienst met doop Iraanse asielzoekers

Wekelijks doet hij Bijbelstudie met asielzoekers uit Iran en Afghanistan. Ook doopte ds. L. van Dalen in de christelijke gereformeerde kerk (cgk) in Hoogeveen zo’n 25 ex-moslims uit die landen. „Als gemeente ervaren we dat als bijzondere diensten.”

Ds. L. van Dalen (m.) heeft wekelijks contact met asielzoekers uit onder meer Iran. „Sommigen hebben de islam radicaal vaarwel gezegd.” beeld Sjaak Verboom
Ds. L. van Dalen (m.) heeft wekelijks contact met asielzoekers uit onder meer Iran. „Sommigen hebben de islam radicaal vaarwel gezegd.” beeld Sjaak Verboom

Een voormalige gevangenis in Hoogeveen werd in februari 2015 omgebouwd tot asielzoekerscentrum (azc). Sindsdien heeft ds. Van Dalen geregeld contact met asielzoekers. Met zijn kerkenraad sprak hij af wekelijks vijf uur aan het werk onder hen te mogen besteden.

Voordat de coronacrisis uitbrak, bezochten „enkele tientallen” azc-bewoners op zondag de diensten van de cgk in Hoogeveen. Voor de Farsisprekenden uit Iran en Afghanistan was er eerst simultaanvertaling met hoofdtelefoons. Tegenwoordig krijgen ze de hoofdlijn van de preek in het Farsi op papier.

Elke donderdag geeft ds. Van Dalen Bijbelstudie voor asielzoekers, vanwege corona tegenwoordig via Skype. Van de twintig tot dertig deelnemers komen de meesten uit Iran en enkelen uit Afghanistan. „Iraniërs zijn vaak ontwikkelde mensen die trots zijn op hun land en cultuur. Afghanistan is armer en minder ontwikkeld. Onder de Afghanen zijn meer analfabeten. In Iran kijken mensen nogal eens op Afghanen neer: zij zijn van het lagere soort. Het is mooi om te zien hoe dat in de Bijbelstudiegroep wordt rechtgetrokken.”

De predikant onderscheidt drie groepen onder de Farsisprekenden. „Een deel van de Iraniërs was in zijn eigen land al intensief met het christelijk geloof bezig, kreeg daardoor problemen en is gevlucht. Een tweede groep, uit zowel Iran als Afghanistan, kwam tijdens de vlucht naar Europa via andere vluchtelingen of vrijwilligers met het christelijk geloof in aanraking. Sommigen zijn onderweg gedoopt, toen ze tijdelijk op bijvoorbeeld Cyprus of een van de Griekse eilanden verbleven. De derde groep kwam in Nederland, vaak via landgenoten in het azc, in contact met de kerk.”

In de achterliggende vijf jaar werden in de cgk te Hoogeveen ruim twintig volwassen Iraniërs en enkele Afghanen gedoopt, in een aantal gevallen samen met hun kinderen. „Als gemeente ervaren we die diensten, waarin soms ook Nederlanders belijdenis doen of een kind laten dopen, als heel bijzonder. Ik probeer dan een of twee liederen in het Farsi een plek te geven in de liturgie, zodat mensen in hun eigen taal Gods lof zingen. Muziek en zang zijn voor Iraniërs en Afghanen heel belangrijk.”

Toetsing IND

Aan de doop gaat een „zorgvuldig traject” vooraf, zegt ds. Van Dalen. „Asielzoekers die aangeven dat ze gedoopt willen worden, komen vaak al een tijd –een halfjaar, een jaar– in onze gemeente. In die periode leren we hen kennen. We zien of ze trouw zijn in het bezoeken van de diensten en de Bijbelstudies en nemen hun ontwikkeling waar. Als iemand gedoopt wil worden, hebben we een serie individuele gesprekken.”

De overgang naar het christendom vormt een belangrijk aspect in de asielprocedure van ex-moslims. Ds. Van Dalen heeft het „vaak” meegemaakt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de bekering van Iraanse en Afghaanse asielzoekers uit zijn gemeente ongeloofwaardig vindt. „Een paar keer ontvingen mensen gelijk een status, maar vaak krijgen ze eerst twee of drie afwijzingen.”

„Natuurlijk moet er bij de IND een toetsing plaatsvinden”, vervolgt de predikant. „Er zijn mensensmokkelaars die verhalen verkopen die asielzoekers uit hun hoofd kunnen leren, waardoor ze dan een verblijfsvergunning zouden krijgen. Daar betalen asielzoekers dus geld voor. Buitengewoon triest.” Zelf heeft hij weinig ervaring met bekeringsverhalen van asielzoekers waar hij sterke twijfels bij heeft. „Ik heb het idee dat bij de IND de vele goeden onder de kwaden moeten lijden.”

Hoe verklaart hij het dat zijn kijk op Iraniërs en Afghanen die christen zijn geworden soms haaks staat op die van de IND? „De IND kijkt vooral naar het proces van bekering. Asielzoekers moeten aannemelijk maken dat ze een innerlijke verandering hebben doorgemaakt, vertellen hoe die heeft plaatsgevonden. Vervolgens worden alle details uit dat verhaal kritisch onder de loep genomen, niet vanuit vertrouwen, maar vanuit wantrouwen.”

Welke aanbeveling zou de predikant richting de IND willen doen? „Ik denk dat de IND minder nadruk moet leggen op psychologische aspecten en scherper in beeld moet krijgen wat de Bijbel onder geloof en bekering verstaat. Daarbij gaat het om twee dimensies: verticaal, de relatie met God, en horizontaal, de relatie met broeders en zusters.”

Bij de beoordeling zou, zegt de predikant, meer nadruk moeten liggen op wat het christen-zijn nu in het leven van de asielzoeker betekent. „Sommigen hebben de islam radicaal vaarwel gezegd. Ze zeggen: „Ik geloof in Jezus, vertrouw op wat Hij voor mij heeft gedaan en wil Hem volgen.” Dat blijkt ook uit hun manier van leven. Het gaat dan om de vrucht van de bekering. Ik merk bijvoorbeeld hoe mensen betrokken zijn bij de Bijbelstudie en verlangend zijn om meer te leren, welke vragen ze stellen en hoe ze bidden. Dat totaalplaatje heeft de IND niet.”

Verbazing

Meer dan eens schreef ds. Van Dalen een brief waarin hij aangaf waarom hij een asielzoeker als christen beschouwt. „Zo’n verklaring heeft voor de IND alleen waarde als ondersteunend bewijs. De IND wil allereerst van de betrokkene zelf duidelijk horen waarom hij christen is geworden. Maar ik heb het idee dat mensen vaak worden overvraagd. De afgelopen jaren heb ik meer dan eens gedacht: Als deze man uit Iran of Afghanistan geen christen is, dan is de helft van mijn gemeente dat ook niet.”

Drie keer ging de predikant met afgewezen asielzoekers mee naar de rechtbank als hun beroep tegen de uitspraak van de IND werd behandeld. Hij memoreert een zitting die „voortreffelijk verliep. De rechter was zeer kritisch naar de IND. De Iraanse vrouw en haar zonen kregen alle ruimte om hun verhaal te vertellen en ik mocht ook het woord voeren. Aan het eind dachten we allemaal: Dit komt goed. Tot onze verbazing en ontzetting kwam na enkele weken echter het bericht dat de zaak werd overgedragen aan een meervoudige kamer, waarin meerdere rechters zich erover buigen. Ik begrijp niet waarom dat is gedaan. Vervolgens deed de meervoudige kamer een negatieve uitspraak. Nu ligt de zaak bij de Hoge Raad.”

De predikant pleit ervoor „het getuigenis van een voorganger of kerkenraad zwaarder te laten wegen in een asielprocedure. Nu worden bekeerde asielzoekers soms bij herhaling afgewezen terwijl ze een volwaardige plek hebben in onze kerkgemeenschap.”

Serie bekeerlingen
Honderden Iraanse en Afghaanse asielzoekers zijn in Nederland gedoopt. Hoe is hun belangstelling voor het christelijk geloof ontstaan en hoe gaan kerken en de IND met hen om? Deel 3: cgk Hoogeveen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer