Drie ICT-projecten bij Belastingdienst worden miljoenen duurder
Drie grote ICT-projecten bij de Belastingdienst pakken veel duurder uit dan was gepland. Twee van die projecten zullen bovendien later klaar zijn dan de bedoeling was, schrijft demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief (Belastingdienst) in een brief aan de Tweede Kamer.
De grootste tegenslag is er met het project voor de heffing en inning van de motorrijtuigenbelasting (Auto MRB). De ontwikkeling van het nieuwe ICT-systeem - waarmee al in 2016 is begonnen - zou volgens schattingen van eind 2019 nog 17,5 miljoen euro gaan kosten en had eind 2020 klaar moeten zijn. Maar Vijlbrief verwacht dat de totale kosten meer dan twee keer zo hoog worden (37,4 miljoen euro) en dat het project pas in december 2022 klaar zal zijn.
De huidige twee systemen voor de motorrijtuigenbelasting zijn verouderd zodat het lastig is om nieuwe wetgeving eraan toe te voegen. Dit bleek bij de invoering van de zogeheten Fijnstoftoeslag MRB per 1 januari 2020. Om die regeling toch op tijd in te voeren, is binnen het project Auto MRB een tijdelijke ICT-voorziening ingebouwd. Maar dat leidde tot vertraging voor het hele nieuwe systeem, aldus Vijlbrief.
Ook andere factoren speelden een rol bij de vertraging en hogere kosten. In 2019 is het project bijgestuurd en is bedacht dat de overgang naar het nieuwe systeem niet in één keer zal worden ingevoerd maar in fases. Deze overgangsperiode vergt meer werk.
De ICT-projecten voor de belasting voor personenauto’s en motorrijwielen (Auto BPM) en het project Uitfaseren Enterprise Tax Management (ETM) gaan beide ongeveer 6 miljoen euro meer kosten dan verwacht. Vijlbrief laat de drie projecten door externe deskundigen bekijken om te kijken of er bijsturing nodig is.