Gretige afkeer van christendom
Voor veel mensen uit christelijke kring is het verwarrend. Na de moord op Theo van Gogh domineert in de maatschappelijke discussie het pleidooi voor het vrije woord. Iedereen moet onbelemmerd zijn mening kunnen ventileren. Ondertussen wordt kandidaat-eurocommissaris Buttiglione in politiek opzicht neergesabeld omdat hij vanuit zijn persoonlijk geloof homoseksualiteit een zonde noemt. Mag híj dan niet zijn overtuiging naar buiten brengen?
Ruimte om te zeggen wat je wilt. Als je het echt te bont maakt, zal de rechter corrigerend optreden. Over waarden en normen hoor je opeens niets. Is het echter niet gewoon een kwestie van fatsoen om een persoon of een bevolkingsgroep niet te beledigen? De praktijk leert in ieder geval dat je met dat wel te doen, geen bijdrage levert aan het oplossen van problemen.
De confrontatie niet mijden, maar wel graag dus de polemiek voeren op waardige wijze. Gelukkig valt er na het wegebben van de eerste emoties een kentering te signaleren in het debat in ons land en komt er ook aandacht voor de grenzen van het toelaatbare in de uiting van standpunten.
Van Gogh en Buttiglione. In de reacties lijkt sprake van een tegenstrijdigheid. Toch niet. Luister maar naar de tegenstanders van de Italiaanse christen-democraat. Natuurlijk mag ook deze man in het openbaar voluit verklaren wat hij vindt van allerlei zaken, als hij er maar geen consequenties aan verbindt voor zijn beleid, zo luidt hun redenering.
Zij gunnen hem graag de vrijheid van godsdienst, mits dat niet resulteert in discriminatie van praktiserende homo’s, want die moeten op hun beurt ook weer alle vrijheid hebben. De critici verraden overigens hun gebetenheid in de richting van de overblijfselen van de christelijke traditie als de aanvoerder van de groenen in het Europees Parlement, de Fransman Cohn-Bendit, in Straatsburg door de vergaderzaal roept dat een in zijn ogen religieus-fundamentalistische opmerking als die van Buttiglione gif is voor de democratie.
Niet tegenstrijdig? Verwarrend zeker wel. Waarom? Omdat we eraan moeten wennen dat het christelijk gedachtegoed steeds verder naar de achtergrond wordt verdrongen. Onze samenleving is er los van geraakt en die ontwikkeling zet in onze visie de dingen op hun kop.
Bijbelse principes vormen niet langer de maatstaf. Ze zijn ingeruild voor het denkkader waarin de mens zijn eigen normen stelt. Daardoor biedt het publieke domein geen ruimte meer voor een politicus om het woord zonde te gebruiken, terwijl iemand anders straffeloos grofheden kan verkondigen over God en godsdienst die christenen als zeer kwetsend ervaren; de omgekeerde wereld in onze beleving.
Buttiglione en Van Gogh: twee tegenpolen qua opvatting, maar tegelijk hebben de gebeurtenissen rond hun persoon iets gemeen. Zij illustreren dat de toenemende tolerantie die onze maatschappij predikt, de cultuur van alles-moet-kunnen, gepaard gaat met juist een groeiende íntolerantie ten aanzien van de christenheid.
Binnen de EU geven links en liberaal in het Europees Parlement daar herhaaldelijk blijk van, als het gaat om ethische vraagstukken als euthanasie, abortus en stamcelonderzoek. In zulke debatten proef je soms een vernederende gretigheid om de laatste wortels van het christendom in het openbare leven uit te roeien. Dan manifesteert zich de mens die vrij wil zijn en een radicale afkeer toont van Gods heilzame geboden.