Opinie

Ook strijden tegen liberale jihad

Voorkomen is beter dan genezen, daarom moet de overheid een hardere lijn voeren tegen verkeerde islamitische invloeden in Nederland. Het kabinet moet echter waken dat zij de islam en het christendom niet op één hoop gooit, stellen ir. B. J. van der Vlies en mr. C. G. van der Staaij. Het gevaar dreigt dat onder het mom van een neutraal beleid ook christenen in de knel komen.

11 November 2004 09:11Gewijzigd op 14 November 2020 01:51
„Het lijkt aantrekkelijk: in het Nederland na de moord op Van Gogh is het makkelijk medestrijders te vinden voor een negatieve bejegening van de islam. Maar laten we daarover niet te vroeg juichen. Zonder positief christelijke grondslag zal het er vroeg o
„Het lijkt aantrekkelijk: in het Nederland na de moord op Van Gogh is het makkelijk medestrijders te vinden voor een negatieve bejegening van de islam. Maar laten we daarover niet te vroeg juichen. Zonder positief christelijke grondslag zal het er vroeg o

Na 11 september 2001 klonk het overal: de wereld wordt anders. In één klap stond de strijd tegen het terrorisme boven aan de agenda. Afgelopen week is het met de moord op cineast Van Gogh op een lugubere wijze bevestigd: het islamitisch terrorisme is nu ook in Nederland. De strijd tegen het islamitisch terrorisme zal op volle kracht moeten worden voortgezet. Geweld om politieke doeleinden te realiseren of om schrik aan te jagen, moet radicaal worden afgewezen.

In de strijd tegen terrorisme hebben politie en justitie gelukkig al heel wat meer bevoegdheden gekregen. Die zullen hier en daar zeker nog verder moeten worden uitgebreid. Duidelijk is dat ook de inlichtingendiensten meer mensen en middelen nodig hebben om gevaarlijke lieden goed in de gaten te houden. Aanscherping en uitbreiding van de beveiliging ligt eveneens voor de hand.

Maar ook op lastiger onderwerpen moet worden doorgepakt. Zoals overheidsdiensten die elkaar slecht op de hoogte houden of langs elkaar heenwerken en problemen bij internationale samenwerking. Er is nog een hoop te doen. Neem de wereld van internet. In de praktijk blijken er talloze sites te zijn waarop geweld wordt verheerlijkt. Hier kan en moet echt veel meer tegen opgetreden worden.

Voorkomen
Voorkomen is beter dan genezen. Een forse inzet is daarom nodig voor het bestrijden van de voedingsbodem voor terrorisme. Dat betekent kritisch kijken wie en wat er onze grenzen binnenkomt. Een strak toelatingsbeleid dus. Terecht wordt het door het kabinet moeilijker gemaakt om een bruid uit de binnenlanden van Marokko te halen. Een robuust integratiebeleid hoort hier evenzeer bij. Dat gaat verder dan een lesje Nederlands. Het betekent bijvoorbeeld tevens dat wordt opgetreden tegen opruiende taal die vanuit Arabische landen de Nederlandse schotelantennes binnenkomt. Ook hier is nog een hoop werk aan de winkel.

Voor een resolute aanpak van het islamitisch terrorisme bestaat er momenteel breed politiek draagvlak. De stappen die dit kabinet heeft genomen, zijn steeds makkelijk door de Kamer geloodst. De SGP heeft die maatregelen consequent gesteund, en waar mogelijk steeds met klem aangedrongen op versnelling en aanscherping. Bijvoorbeeld om de geldstromen vanuit Saudi-Arabië aan te pakken. Ook in de buitenlandse politiek, ten opzichte van landen en organisaties die steun bieden aan terrorisme, is een alerte en daadkrachtige houding geboden. Tegenover terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah past geen enkel mededogen.

Ook in de strijd tegen het terrorisme blijft de SGP trouw aan de eigen principes. Dat betekent dat we het kabinetsbeleid fair en inhoudelijk beoordelen. Eerlijk duurt het langst, ook in de politiek. IJzer kan niet met handen gebroken worden, ook al willen we het nog zo graag. Maar een beroep op zorgvuldigheid mag niet leiden tot getreuzel. Waarom is nog steeds niet bekend of er opgetreden gaat worden tegen boeken waarin wordt opgeroepen om homo’s van hoge gebouwen te gooien? Hier had toch al lang duidelijkheid over gegeven moeten worden!

Degens
Rond één fundamenteel onderwerp blijft de SGP de degens kruisen met het kabinet: de benadering van de islam als zodanig. Het kabinet kiest voor een strikt neutrale benadering en plaatst het christendom ermee op één lijn. Dat doet geen recht aan Schrift en historie, aan de taak van de overheid en aan de geschiedenis van ons land. Een geschiedenis die laat zien dat juist ook het verlaten van de levende God en Zijn Woord de ruimte biedt voor afgodsdienst, in welke vorm dan ook.

Zo’n verkrampte gelijkheidsredenering scheert ten onrechte ook alle godsdiensten over één kam. De formule dat er met de islam niets mis is, maar dat alleen een clubje fanatici voor problemen zorgt, klinkt politiek correct, maar klopt niet. Toegegeven: niet iedere moslim is een terrorist, maar de meeste terroristen zijn wel moslim, en daar zijn ze nog trots op ook. Om die realiteit kunnen we vandaag de dag niet heen.

We moeten ons niet blindstaren op de harde kern van moslimextremisten. We moeten óók kijken naar de schil eromheen, de mensen die openlijk of heimelijk sympathiseren met dit gedachtegoed en de gepleegde aanslagen, en die op die manier het klimaat scheppen waarin zij hun gang kunnen gaan. Gepaste argwaan tegenover de islam is daarom gerechtvaardigd én geboden.

In het verlengde daarvan wil de SGP met alle wettige middelen een verdere islamisering van onze samenleving tegengaan. Het inperken van gebedsoproepen en minaretten is meer dan een zaak van geluids- en zichtoverlast.

Terecht wordt er na de moord op Van Gogh gewaarschuwd voor een verscherping van de tegenstellingen. Dat betekent niet dat we onze mond moeten houden, wel dat we niet onnodig grieven. Het is beschamend welke grofheden en scheldwoorden in Nederland normaal worden gevonden. Dat is nu bij uitstek een kwestie van waarden en normen en van zelfbeheersing. Ook in onze woordkeus!

Zelfbeperking mogen we trouwens ook van de kant van moslims verwachten, om niet met gebedsoproepen en uitbundige moskeeën te provoceren en de tegenstellingen binnen onze samenleving aan te wakkeren.

Antwoord
Is anti-islam het antwoord na de moord? Het lijkt aantrekkelijk: in het Nederland na de moord op Van Gogh is het makkelijk medestrijders te vinden voor een negatieve bejegening van de islam. Maar laten we daarover niet te vroeg juichen. Zonder positief-christelijke grondslag zal het er vroeg of laat toe leiden dat de strijd tegen de koran zich verbreedt tot een strijd tegen de Bijbel. Niet alleen de islam, maar godsdienst als zodanig moet het bij velen ontgelden. Meer dan ooit komt het er daarom op aan om daadkracht met behoedzaamheid te verbinden. Anders werken we alleen maar mee aan een school en staat zonder de Bijbel.

Er zijn veel boosheden in de lucht. Wij hebben de strijd niet alleen tegen de islamitische jihad, maar ook tegen de liberale jihad, die ten diepste vijandig staat tegenover alle bijbelse waarden en normen die niet passen in het keurslijf van het geseculariseerde denkklimaat. Meer dan ooit komt het er daarom op aan onze politieke overtuiging te funderen op het Woord van God. Dat Woord alleen heeft ook kracht om verder te komen, verder dan we met alle wettelijke maatregelen ooit kunnen komen - het hart te raken met een boodschap van liefde en dus tegen gewelddadigheid.

De auteurs zijn lid van de Tweede-Kamerfractie van de SGP.

Meer over
Na Van Gogh

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer